Een Lancia valt op in het straatbeeld, zoveel is zeker. Dat komt door de eigenzinnige, soms wat overdreven gestilleerde lijn. Waarvoor de ontwerpers bewust kiezen uiteraard. Maar er is nog een andere reden, en dat is ongetwijfeld minder naar Lancia's zin. De kans dat je er eentje tegenkomt op onze wegen, is immers niet bijster groot. Jaarlijks slijten de Italianen hier een kleine 2.000 Lancia's, in 2010 bedroeg het marktaandeel slechts 0,3%. Daarmee doet de luxedochter van de Fiat groep het een pak minder goed dan zusjes Alfa Romeo (1,1%) en Fiat zelf natuurlijk (2,9%). De Nuovo Ypsilon tooit zich in een smaakvol en vooral meer volwassen jasje, dat het lieftallige karakter van de vorige editie wat doet vergeten. Niet dat deze Ypsilon nu een schreeuwerige, hippe tante is, maar ze staat uiterlijk én innerlijk voortaan wel haar mannetje in het competitieve B-segment. En dat is niet meer of minder dan de frontlinie van de Belgische automarkt. Goed nieuws dus, maar deze jongedame heeft ook haar kleine kantjes.
Wij reden met de 95pk sterke Lancia Ypsilon 1.3 Mjet diesel in Platinum uitvoering. Die moet € 17.990 kosten, maar is dan wel bijzonder goed uitgerust. Luxe was dan ook niet voor niets een sleutelwoord in het lastenboek. Lancia smukte onze testwagen verder op met metaalglanslak (€ 350), een panoramisch schuifdak (€ 850), bi-xenonlichten (€ 900) en een snelheidsregelaar (€ 200). De CO2 uitstoot blijft beperkt tot 99gr/km, waardoor je nu nog kan rekenen op een federale eco-korting van 15%. De instapversie, de benzine 0.9 TwinAir Gold, gaat van de hand voor € 14.990. Met deze prijszetting poot Lancia haar Ypsilon zowat in het midden neer van het segment, tussen de (iets) goedkopere Fransen en Japanners, en de (iets tot veel) duurdere Duitsers.