Compacte MPV's zijn doorgaans gebaseerd op het onderstel van een broertje uit dezelfde stal, met als missie om de buitenafmetingen van een traditionele C-segmenter te rijmen met een merkelijk groter plaatsaanbod. De Scénic is in essentie dan ook niet meer dan een opgeblazen Mégane. Kijk, met een dergelijk lastenboek in het achterhoofd is het voor de ontwerpers geen sinecure om een welgevormde wagen te ontwerpen. Echt mooi kunnen we de Fransman dan ook niet noemen, maar toch slaagt Renault er in om de Scénic bruisend genoeg te laten overkomen om het verschil te maken met de theoretisch optimale, maar oersaaie schoenendoosvorm. Die verdienste mogen we op de rekening schrijven van de oplopende lijnen in de flanken, die de grote oppervlakken zo een beetje breken. Ook de eigentijds vormgegeven lichtblokken achteraan en de grote, heldere schijnwerpers vooraan dragen hun steentje hierin bij. Zeker met getinte ruiten, de (specifiek op de Privilège gemonteerde) blinkend zwarte achteruitkijkspiegels en zeventienduimers in de welgevormde wielkasten zijn de looks van deze Scénic niet mis. Voor een compacte monovolume welteverstaan.
Uiteraard staat alles in dit ontwerp op één of andere manier in het teken van een groot ruimtegevoel, dus is het geen verrassing dat alle deuren meer dan groot genoeg zijn om een goede toegang tot het interieur te verzekeren. De vloer is bovendien laag gehouden, wat de instap voor zij die moeilijk te been zijn, alsook de laaddrempel van de koffer ten goede komen. De grote glaspartijen rondom bieden een prima uitkijk op het verkeer, waar ook de kids op de achterbank van kunnen genieten.