De Fiesta is een wereldauto, maar in tegenstelling tot wat je zou denken is de hij geen brok vis noch vlees geworden, wel integendeel. Terwijl de vorige editie meer weg had van een veredeld bestelwagentje, heeft Ford de huidige Fiesta een knappe, speelse lijn met een sportieve knipoog gegeven. Daar zijn vooral de uitgesproken wigvorm, de vooraan spits uitlopende lichtblokken en de uitgeklopte wielkasten voor verantwoordelijk. De proporties kloppen vanuit elk gezichtspunt en geven het karretje een gespierde look zonder dat het patserig overkomt. In de Titanium uitvoering maken een verchroomd biesje rond de ruiten, de mistlichten en het karakteristieke radiatorrooster het geheel helemaal af. Bovendien kan deze jongen best een fel kleurtje verdragen: in donkere tinten valt hij niet echt op in het verkeer, maar doe hem een gifgroen jasje aan (Squeeze genaamd, meerprijs van € 575) en het karakter verandert volledig. De enige domper op de feestvreugde bij deze ECOnetic versie, zijn de kleine 14 duims velgen die wat moeite hebben om de wielkasten te vullen. Die velgmaat is noodzakelijk om de banden met een lage rolweerstand te monteren, maar ze verknoeien wel de sportieve uitstraling.
Het glaswerk heeft Ford goed voor elkaar, want de ruiten bieden allemaal een behoorlijk zicht in alle richtingen. Ook de inklapbare (optie € 100) achteruitkijkspiegels doen hun ding zoals het moet. De gemonteerde parkeersensoren (€ 550) kan je dus gerust laten voor wat ze zijn, zeker omdat ze wat overijverig blijken op hellende passages of bij hoge begroeiing langs wegbermen. Rest nog te melden dat ook alle deuren een goede toegang geven tot het interieur, met inbegrip van de koffer, waarvan de laadvloer op een aangename hoogte werd ontworpen. De kofferdeur opent voldoende hoog en geeft uit op een volume van 295 liter (met een reserveband daalt dit tot 281 liter), wat meer dan correct is deze klasse. Het strekt Ford tot eer dat dergelijke ergonomische basisbehoeften niet ten koste zijn gegaan van de speelse lijn.