Men zit gewoon goed in de iON. De bestuurdersplaats laat toe het stuurwiel lekker in de handen te houden. De gebruikte materialen komen wat summier over, maar alles is er wel op en aan. Niet onlogisch gezien de best peperde prijs. De snelheid wordt goed onder je neus gewreven door de dikke cijfers van het instrumentenbord. Dat is in dit geval bijna een magisch spel van kleuren die aanduiden of je "eco" rijdt (groen) of energie recupereert voor de batterij (diepblauw). Geef je plankgas dan wordt een wit gebied door de wijzer bestreken met "power" als compliment, maar tegelijkertijd doet het een belletje rinkelen dat je fel aan het beknotten bent op de autonomie. Omdat de zitplaatsen gewoon, zeg maar ruim aandoen, zijn de opbergvakjes in de portieren krap bemeten. In een smalle auto comfortabel zitten gaat uiteraard ten koste van iets.
Een hoedenplank ontbreekt achteraan. Indiskrete blikken worden nu wel geweerd door donker glas in de hoog opslaande achterklep, maar het voelt niet zo snor aan. Het pookje waarmee de handling van de iON wordt gecommandeerd zit handig iets vooruitgeschoven tussen de voorstoelen.