Waren de ambities bij de vorige Kia Rio nog bescheiden, dan zijn ze nu torenhoog. Het model moet aan de poten van meer dan 50 concurrenten in het B-segment zagen. En als het van Kia afhangt, zijn die van de Toyota Yaris de eerste om eraan te beloven. Het aanbod van deze nieuweling bestaat uit een 1.2 met 85pk en een 1.4 met 109pk voor wat de benzines betreft. Bij de diesels is er een 1.1 met 75pk en een 1.4 met 90pk. De instapper op benzine kost € 13.690 en een diesel is er vanaf € 15.490. Beiden kunnen aanspraak maken op een overheidskorting omwille van hun lage CO2-uitstoot.
De jongste Rio is duidelijk opgegroeid. Aan de buitenzijde levert dat het model een meer assertieve, haast Europese koetswerkstijl op en omdat alle afmetingen behalve de hoogte in de plus gingen, zorgt dat aan de binnenkant voor meer plaatsaanbod. Zelfs in de koffer, die nu tussen 288 en 923l lust. Vooral de boordplank overtuigt, het is origineel van vorm en het gros van de materialen waar je mee in contact komt, voelen zacht aan.
Kia probeert voor eigenaars het risico zo veel mogelijk te beperken. Daarom geeft het merk 7 jaar fabrieksgarantie die overdraagbaar is. Daar heb je niet zo veel aan als onheil toeslaat in de vorm van een ongeluk, maar dan kan je beroep doen op ABS en ESP, zes airbags, Isofix bevestigingspunten en diens meer. Zaken die ook op de instapversie standaard zijn.
De 1.2l benzinemotor moet met 85pk en 121Nm slechts 1.029kg voortslepen, maar dat gaat niet echt van harte. Je moet de vijfbak en de viercilinder behoorlijk laten samenwerken om een beetje prestaties uit de combinatie te persen en dan verbruik je natuurlijk meteen meer dan de 4,8l/100km die Kia belooft, ondanks de aanwezigheid van een start/stop-systeem en een wat nerveus gecalibreerde elektrische stuurbekrachtiging. Misschien dat de kleine driecilinder diesel met iets meer trekkrachtreserve een ander verhaal oplevert.