Hyundai wil z'n stempel drukken op alle segmenten. Dat bewijst de Veloster. Die komt immers uit in het segment van de compacte coupé - een competitief marktdeel met een relatief laag volume waar het gros van de klanten kiest voor een gevestigde waarde. Een Megane of Astra GTC, Scirocco of Mini bijvoorbeeld. Maar de Veloster is een Coupé met een apart kantje. Hij is asymmetrisch - met één grote deur aan de bestuurderskant en twee kleine portieren aan de passagierskant. En hij is met een basisprijs van € 21.499 aantrekkelijk geprijsd en goed uitgerust. Onder meer lichtmetalen velgen en een manuele airco zijn standaard.
Je moet twee keer kijken om het verschil tussen de linker en rechterzijde op te merken. De gespierde lijnen zijn aan weerszijden bijna identiek. Asymmetrisch zijn en ervoor uitkomen zijn twee verschillende zaken. De Veloster oogt niettemin zeer origineel. Je betaalt er een kleine prijs voor: de laaddrempel voor de 320l ruime koffer is behoorlijk hoog. Aan de binnenzijde legden de ontwerpers overigens net zo veel creativiteit aan boord, zonder daarom de bal mis te slaan op vlak van ergonomie of afwerking. Het panoramisch glazen dak, dat veel windruis produceert, is de uitzondering maar dat hoef je niet te nemen.
De 1.6l direct ingespoten benzinemotor met 140pk en 167Nm is de zwakke schakel in de ketting. En het is voorlopig de enige motor. Met 136pk was de centrale alvast fiscaal interessanter geweest. Je moet ook alles uit de kast halen om de Veloster te laten presteren in lijn met z'n uiterlijk. Beter dan een sprinttijd van 9,8 tellen en een top van 201km/u kom je niet. Een start/stop-systeem zorgt wel voor een bescheiden dorst van 5,6l/100km en een CO2-uitstoot van 137gr/km. Hyundai noemt de Veloster juist daarom een "lifestyle-coupé". Zolang je je daarvan bewust bent, is er geen vuiltje aan de lucht.