Drie generaties zijn er inmiddels van de A6. De eerste debuteerde in 1997 en de tweede generatie, die zopas met pensioen is gestuurd, stond sinds 2004 in de catalogus. En ook daarvoor was Audi al in het segment actief, met de 100 bijvoorbeeld. De A6 is al die tijd een berline geweest die vooral zakelijke klanten moest paaien. Er is daarom een uitgebreid gamma motoren. Bij de diesels gaat het om een drieliter met 204 of 245pk en bij de benzines kan je kiezen uit een 3.0 TFSi met 300pk, een 2.8 FSI met 204pk en een 2.0 TFSI met 180pk. Maar in ons land valt de verkoop van al die versies in het niets bij de aantallen die door de tweeliter diesel worden verzet. Die is er dan ook niet alleen in een fiscaal minder vriendelijke variant met 177pk, maar ook in een Belgische versie die 163pk opwekt en waarvoor je maar half zo veel BIV moet ophoesten. Met verwaarloosbare gevolgen voor de prestaties overigens.
Met een basisprijs van € 37.400 (identiek voor 163, 177pk) is de tweeliter common-rail diesel ook de meest toegankelijke A6 uit het aanbod. Voor die prijs krijg je een correcte uitrusting, maar geen extra's. Dat strookt helemaal met de uitrustings- en optiepolitiek van de Duitsers. De door ons geteste versie is nog voorzien van 18-duimers met 5 dubbele spaken, xenonlampen, airco met vier temperatuurszones, een pack "Business Plus" dat onder meer metaalkleur, GPS met kleurenscherm, radio met MMI-interface en een cruise-control omvat en een pack Lounge dat onder meer leder en elektrische zetelverstelling omvat. Het testexemplaar tikt daardoor af op € 49.494,65.