Het mag duidelijk zijn dat je aan de binnenkant profiteert van de fors toegenomen afmetingen. Terwijl je bij de vorige versie nog duidelijk het stuur nam van een compacte auto, heb je ditmaal beweegruimte die naar die van een middenklasser neigt. Hoofd, been en ellenboogruimte is allemaal uitstekend en zelfs achteraan hoef je je niet benadeeld te voelen. Bovendien zijn de zetels comfortabel.

Het interieur is een mengeling van recente Chevrolet-stijlen. De vormgeving van de boordplank en de middentunnel is duidelijk gebaseerd op dat van de Cruze. Met een schuin opgestelde middentunnel en een bekleding die doorloopt tot op de deurpanelen als voornaamste accenten. De materialen zijn vanzelfsprekend wat minder dan bij de grote broer, maar omdat de plastics voorzien zijn van een zacht aanvoelende lakklaag doorstaan ze onze test. Voor de bestuurder zit een instrumentarium dat dan weer op dat van de kleine Spark gebaseerd is. Dat heeft een analoge toerenteller en een digitale snelheidsmeter. Een eenheid die volgens Chevrolet gebaseerd is op die van een motorfiets, maar als je het ons vraagt komt het nog steeds goedkoop over. De afleesbaarheid is wel een stuk verbeterd.

Chevrolet heeft de praktische kant evenmin verwaarloosd. Als je in de VS wat wil verkopen, moet het bekerhouders hebben. Die vind je in de middentunnel. Er zijn ruimte portiervakken, pompadourtassen tegen de rugleuning van de voorzetels en voor de passagier zit een dubbel handschoenkastje.