De Mercedes-Benz SLK - de K staat voor 'Kürz' (kort) - zag in het najaar van 1996 het levenslicht. Het was de vader van de '2 in 1' cabrio's met een stalen vouwdak, een formule die later in snel tempo erg populair zou worden, met de Peugeot 206cc als belangrijkste apostel. Toenmalig chefdesigner Bruno Sacco, stelde de SLK voor als het gelukkige huwelijk tussen puur rijplezier en moderne veiligheidsuitrusting. Hij inspireerde zich op de ongeëvenaarde 300 SL uit 1954, met interieur in rood leder dat prachtig contrasteerde met de zilvergrijze koetswerkkleur... Het 'Vario'-dak zoals Mercedes dat noemde, werd in opdracht ontwikkeld door het beroemde Karmann, waar het intern onder de naam 'Retractable Hardtop' (RHT) bekend was. Karmann mocht de pluim op zijn hoed steken voor de volledige dakconstructie, inclusief de technische en mechanische infrastructuur. Deze betrokkenheid van Karmann deed hun invloed ook gelden op de ontwikkeling van het verdere koetswerk. Sinds de productiestart van de SLK in september 1995, fungeerde Karmann als leverancier van dakmodules, die just in time aan de montageband van Mercedes in Bremen werden afgeleverd. De metamorfose van coupé tot cabrio vergde minder dan een halve minuut!
De beugels achter de hoofdsteunen van de beide zetels herinnerden aan de 300 SLR racewagen waarmee Sterling Moss in 1955 de 'Mille Miglia' won en Juan Manuel Fangio 2e eindigde in dezelfde race. Ze vormden tevens een belangrijk veiligheidsattribuut. Samen met de schuin hellende voorruit lieten de beugels als het ware een beschermende boog ontstaan over de passagiersruimte, om ernstige gevolgen bij een koprol te vermijden. De eerste generatie van de SLK wist bijna 310.000 kopers te bekoren en werd bij zijn lancering prompt uitgeroepen tot 'Cabrio of the year' door specialisten uit de internationale autopers.
In 2000 volgde een gefacelifte versie. De uiterlijke aanpassingen bleven erg beperkt, voor de leek misschien niet eens op te merken, maar lieten de SLK optisch beter aansluiten bij de rest van de familie uit Stuttgart. Details die het familiebeeld versterkten waren de achterlichtblokken met uitgesproken driehoekvorm, de verchroomde ovale uitlaat en de zijdelingse richtingaanwijzers die in de behuizing van de achteruitkijkspiegels geïntegreerd werden. De lengte nam met 15 mm toe, maar dat was met het blote oog niet te zien... Het goede voorbeeld van de eerste generatie moest met eerbied vervolgd worden. Dit keer was Genève in 2004 uitverkoren als locatie voor de première. De nieuwe SLK werd 72 mm langer - daarvan gingen 30 mm naar de langere wielbasis - en verbrede 65 mm, terwijl de hoogte 20 mm toenam. Over zijn uiterlijk durven we te zeggen dat het is alsof de prestigieuze SLR McLaren wat te lang in de wasmachine heeft gezeten... Het 'Vario'-dak liet zich optioneel openen met de infrarood afstandsbediening van de wagen. De echte vernieuwing in het rijk van de cabrio's was echter de nekverwarming - AIRSCARF - bedoeld om zelfs bij koude dagen toch nog topless te rijden. Daartoe wordt warme lucht door de verluchtingsmonden in de kopsteunen gestuwd, die zich als een onzichtbare sjaal rond de nek, de hals en het hoofd van de inzittenden van de SLK legt. De standaarduitrusting van de tweede generatie SLK omvatte ESP® met antiblokkeersysteem, antislipregeling en noodremassistentie. Het vouwdak werkte nog sneller: 22" volstonden openen of sluiten, wat 3s minder was dan bij de eerste generatie. Verbetering was er ook voor wat de laadruimte betreft: met geopend dak kon men 208 liter kwijt, of liefst 63 l meer dan bij de eerste generatie. Mercedes-Benz verzweeg echter dat bij gesloten dak 300 l beschikbaar stond, wat dan weer 48 l minder was dan bij de eerste generatie... Voor modeljaar 2008 volgde een facelift.
De derde generatie 2011 vierde opnieuw première in Genève. De nieuwste SLK kiest voor een aanzienlijk sportievere roadsteraanpak, wat van bij de eerste aanblik zichtbaar is. Het ontwerp refereert graag naar het Mercedes-verleden, meer in het bijzonder naar de 190 SL, zelf een 'goedkopere' uitgave van de fameuze en iconische 300 SL. Naar analogie wordt ook voor de gloednieuwe SLK verwezen naar de vormgeving van de actuele SLS, die overigens nog dit najaar als roadster zijn opwachting maakt. Het 'Vario'-dak waarmee de eerste generatie van de SLK debuteerde en klanten overtuigde maakt bij de derde generatie een nieuwe evolutie door: het kan - weliswaar optioneel - met de Magic Sky Control functionaliteit worden opgewaardeerd, wat betekent dat de transparantie van het glazen dakpaneel met een druk op de spreekwoordelijke knop wijzigt van helder naar donker. De lang verwachte dieselmotorisatie is er nog niet, maar de geruchten in de wandelgangen dat die zeer snel zou volgen, verstommen niet.
Het concurrentieveld voor de SLK die als SLK200 in basisversie 184 pk levert en 40.898 euro moet kosten, is niet dik bezet: vanzelfsprekend is er de BMW Z4 waarvan de huidige generatie de stoffen kap ruilde voor een hard vouwdak. Een Z4 23i met 204 pk gaat voor 36.850 euro over de toonbank. Audi houdt met de TT Roadster wel vast aan de stoffen kap en blijft daarmee het typische roadsterprofiel beter trouw. Hier wordt kan een 1.8 T FSI met 160 pk alk voor 32.030 euro en kost een 211 pk sterke 2.0 T FSI 36.200 euro. We durven de Porsche Boxster (vanaf 49.610 euro) en Nissan 370Z Roadster (45.950 euro) aandragen, maar die hebben beiden een stoffen kap en zijn enkel met aanzienlijk zwaardere motoren leverbaar, zodat ze niet passen naast onze SLK 200 uit deze test. Vanzelfsprekend kan Mercedes-Benz wel weerwerk bieden met hiërarchisch hoger geplaatste SLK-uitvoeringen. Hoe zeer we de Mazda MX5 ook koesteren (2.0 Sport Roadster-Coupé - 160 pk à 30.050 euro), zijn we nuchter genoeg om te weten dat wie een SLK in het vizier heeft niet zal afstappen bij een Mazda-concessie.
De SLK is meer roadster geworden dan zijn voorganger en focust meer op rijplezier en speelsheid zonder de traditionele Mercedes-waarden te verloochenen. Dat maakt hem bijzonder homogeen en uitnodigend tot veel en lang rijden. Alleen jammer dat hij als reiswagen tekort schiet vanwege de te beperkte koffer- en bergruimte, ook al weten we best dat we op dat vlak van een roadster niet teveel mogen verwachten. Tot slot is er nog het prijskaartje, dat niet van de poes is en in vergelijking tot concurrenten die ook een respectabel imago kunnen voorleggen zelfs aanzienlijk hoger uitvalt.