Als we in de auto glijden ontvangt een beige lederen interieur ons in een verwennende zit. Knoppen alom, aanvankelijk vreemd, tot men ze gaat ontdekken en vaststelt dat Mercedes werkelijk niets is vergeten dat belangrijk is. Lijncontrole, spiegels die seinen of er al dan niemand in de dode hoek aankomt, afstandsregeling tussen voorligger door radar, oprecht teveel om op te noemen. Met zo'n auto moet je dan ook op ontdekkingsreis. Eer je alles hebt geassimileerd is de rijtijd voorbij. Alleen encyclopedisch kan je de leerschool in de handleiding verder zetten. Elektrisch bediende voorzetels, met geheugenstanden, dito hoofdsteunen, informatie allerhande, soms ver gezocht maar wel aanwezig. Natuurlijk is het hendeltje waarmee de elektronische versnellingsbak wordt gestuurd samen met het riante, net niet te grote stuurwiel, het cruciale element. Van "D" (Drive-) wordt ingeschakeld en je rijdt weg gaat een "fuzzy logic" de eerste twintig minuten van je rijgedrag in zich opnemen. Nadien reageert de elektronica op het persoonlijke rijgedrag van de bestuurder.
Achteraan is er de salon. Grote en kleine gestaltes worden er binnen gelaten door een koninklijke achterdeur en de zetels zijn zoals de beste thuis. In iedere voorzetelrug is een TV-scherm ingewerkt (optie, natuurlijk). Beenruimte is er zat. Luilekker cruisen op de achterbank, gereden door een chauffeur die met de wielbasis van de auto om weet te gaan. Het zitmeubilair heeft een massagefucntie, en de voorste zetels hebben een steunende zijrandfunctie in bochten met verrassende kurves. De zijkant van de zetelrugleuning komt letterlijk in je zij duwen, waardoor een stabiele zithouding blijft gewaarborgd.
Goed, duidelijk bedienbare GPS, audioinstallatie uit een concertzaal, MP3-, USB-aansluitingen, telefoon...het is er allemaal. Vanuit de zetels te bedienen zonder rekken en buigen door bestuurder en passagier. Dat is maar best ook, want de veelheid aan mogelijkheden die de S250 CDI biedt, kunnen de aandacht van de weg afleiden. Mercedes was zo vriendelijk bij de start een eerste instructie te geven. Paul Frère zaliger (Belgisch auto- en autosportmonument en uitmuntend autojournalist) weigerde altijd weg te rijden met een auto waarvan hij de finesses niet kreeg uitgelegd. Tegenwoordig stuift men weg alsof men alles weet. Niets is echter minder waar...