Kia lanceerde de eerste Picanto in 2004 als opvolger van de Pride om een stevige voet tussen de deur van het Europese A-segment (tegenwoordig goed voor 12% marktaandeel in Europa en goed 7,2% in België). De auto werd in 2007 gefacelift en vond in Europa zo'n 300.000 grotendeels tevreden klanten. Die een nieuw vervoermiddel aansmeren is de eerste roeping van de nieuwe generatie, maar tegelijk wil Kia het model verteerbaar maken voor een grotere groep. Niet in het minst bij mannen.
Het gamma bestaat uit een 1.0 driecilinder met 69pk en een 1.2 vierpitter die 87pk opwekt. De piepkleine maar dappere 1.1l dieselmotor uit de vorige generatie is er niet meer. Die komt later dit jaar in grondig herwerkte vorm terug in de nieuwe Rio, maar omdat 86% van het cliënteel in dit segment -zelfs in ons dieselminnend land- voor benzine opteert was die investering hier eerder vergezocht. Beide motoren worden standaard aan een handbediende vijfbak gekoppeld en de 1.2 is er desgewenst ook met een automaat. Die mist het start/stop-systeem dat seriematig op de handgeroerde versies wordt gemonteerd en moet het stellen met een versnelling minder. Dat helpt de CO2-uitstootcijfers danig om zeep, met 125gr/km als resultaat. En dat terwijl zowel de drie- als de viercilinder met 95 en 100gr/km respectievelijk beiden in aanmerking komen voor een overheidspremie van 15%. Haast net zo goed als de beste diesels en omdat er minder rotzooi uit de uitlaat komt, een pak milieuvriendelijker.
De constructeur kleeft in ons land een vanaf-prijs van € 10.190 op de 1.0 en levert de steeds wat beter uitgeruste 1.2 vanaf € 11.840. Het verschil tussen gelijk uitgeruste versies bedraagt slechts € 400. Momenteel moeten we het stellen met de vijfdeurs, maar in september komt er nog een driedeursversie die een tikkeltje sportiever is gelijnd.