Eigenlijk wil Renault vooral niet dat we deze Latitude aankondigen als de opvolger van de Vel Satis. Met die halfhoge luxeberline wou het Franse merk immers beter doen dan met de Safrane, maar het publiek lustte de eigenaardige koets niet. De Vel Satis werd daarom al snel naar een achterkamertje geleid en eindigde met een blok beton om z'n achterwielen op de bodem van de Seine. Eigenlijk hoort het verhaal daar te eindigen. De tijd dat grote berlines het terrein van de Fransen waren, dateert van voor de tweede wereldoorlog. Daarna hebben de Duitsers het segment gekoloniseerd en het niet meer losgelaten. Zelfs als je de aantallen van de drie Franse constructeurs, Peugeot, Citroën en Renault, op een hoop keilt volstaat het niet om de ontwikkelingskost van een model te rechtvaardigen. Dat de Latitude er dan toch komt, hebben we aan Samsung te danken. Dat is een dochtermerk van de Renault-Nissan-alliantie dat het in Azië goed doet. Renault danst dan wel deskundig om de hete brij, maar deze Latitude is een Samsung waarop een ander labeltje is gekleefd.
Eigenlijk wordt de Latitude zo ongeveer wereldwijd verkocht. Vandaar ook de naam, want hij staat op nagenoeg elke breedtegraad (Latitude) in de showroom. Op heel wat markten kan deze drievolumeberline probleemloos in de hoogste regionen spelen, maar Renault België is voorzichtig. Terwijl de internationale directie hoopt dat managers en -waarom niet- de volgende Franse President in de Latitude zullen rijden, is men bij ons al tevreden als ze voormalige Safrane-eigenaars een handtekening kunnen ontfutselen.
Aan de prijs zal het alvast niet liggen. De Latitude staat vanaf € 32.500 in de prijslijst. Een groot verschil met de Peugeot 607 (niet meer in productie, wel nog leverbaar) die € 40.460 moet kosten. En Citroën lijkt met een vanaf-prijs van € 47.802 voor de C6 wel van een lotje getikt. Of is er meer aan de hand?