Omdat we afgelopen zomer eerder een overschot aan supercars hadden, hebben we de laatste uit het rijtje even in de schuif laten liggen. Kwestie van op een gepast moment te kunnen nagenieten. De eerste winterprik lijkt ons derhalve een gepast moment om Audi's grootste geweld - en dan nog in dakloze vorm - van onder het stof te halen.

De R8 is er met een 4,2l V8 met 420pk en met een V10 die 525pk levert. De eerste is er vanaf € 111.940, maar omdat de Spyder er (voorlopig) nog enkel als V10 is kost die meteen € 161.500. En dat is met een handgeschakelde bak, niet met de gerobotiseerde zesbak uit onze testwagen, waarvoor je al meteen € 7.500 extra moet ophoesten. Wat de Spyder meer heeft dan de R8 met vast dak, is een stoffen dakconstructie die tot een snelheid van 50km/u in 20 seconden voor een metamorfose zorgt. En omdat een dak nu eenmaal een belangrijk structureel element is, heeft de Spyder ook extra verstevigingen. Daardoor is de koets bijna net zo stijf als de gesloten versie, maar weegt de constructie ook 100kg meer. Niet dat je dat echt voelt, maar de kilo's zijn er wel. De Spyder heeft een achterruitje dat dienst kan doen als windvanger met het dak open en waardoor je de welluidende decibels van de motor kan binnenlaten als je je voor de elementen beschut. De V10 klinkt uiteraard indrukwekkend. Huilend - een beetje zoals een 10 meter hoge baby waarvan je net de fopspeen hebt afgenomen, zou klinken. Maar de krachtbron die alles creëert blijft aan het zicht onttrokken, terwijl de coupé die door een doorschijnende achterruit etaleert. In de plaats daarvan heeft de Spyder twee bochels met ventilatiesleuven. In een zilvertint, om te verdoezelen dat de verhoudingen een beetje zoek zijn.

Op een klein handschoenkastje en wat bergruimte in de neus na (voldoende voor weekendbagage voor twee personen) zijn de ambities van de Spyder om meer dan z'n twee passagiers te vervoeren, beperkt. De ruimte die de Coupé nog heeft achter de voorzetels, wordt nu gebruikt om de stoffen vouwdakconstructie in onder te brengen. Bagage heeft het aan boord dan ook niet zo makkelijk. Een schril contrast met de inzittenden. Die worden met soepel leder omgeven in zitmeubilair dat je omsluit alsof het om je lijf was gegoten. Het kleine, onderaan afgeplatte stuurtje, valt bijna automatisch in je hand en als je eenmaal aan het rijden bent, is er niets dat je afleidt terwijl de R8 toch over alle moderne comfortsnufjes als airco, GPS, een geavanceerde geluidsinstallatie of verwarmbare zetels beschikt. Enig puntje van kritiek blijft de materiaalkeuze. Alles ziet er weliswaar bijzonder verzorgd uit - de gebruikte kunststoffen zijn uitgesproken krasgevoelig.

Ram je het gaspedaal richting schutbord, dan laat de V10 525pk en 530Nm los. 4,8 tellen later rij je 100km en je kan doorgaan tot 313km/u. Vier aangedreven wielen versluizen het vermogen efficiënt naar het asfalt, met een voorliefde voor de achtertrein die ook nog eens van een zelfsperrend differentieel is voorzien. Techniek die, net als de V10, bij Lamborghini wordt geleend en de R8 - in tegenstelling tot elke andere Audi - een neutraal tot licht overstuurd weggedrag geven. Een briljante rijmachine, die zich op de limiet echter een stuk wispelturiger gedraagt dan we ons van de gesloten V8 kunnen herinneren. En daar wringt nu net het schoentje... De (gesloten) R8 met 4,2l V8 benzinemotor kwalificeert ook als bliksemsnel, is stijver, makkelijker controleerbaar en - mocht je er ondanks alles om geven - zuiniger. Is eigenlijk op elk vlak het betere, meer gebalanceerde product. Op basis van de rijeigenschappen is de V10 dan ook moeilijk te verantwoorden. En de Spyder al helemaal niet. Tenzij je natuurlijk vooral de buren wil imponeren.