Volvo is nu goed en wel in handen van z'n nieuwe Chinese eigenaar Geely. En omdat de Chinezen nog veel nood hebben aan luxewagens is dat wat we in de toekomst van de Zweden mogen verwachten. Er komen meer nicheproducten en er is zelfs sprake van een 7-Reeks concurrent. Volvo speelt al langer met die idee - nu zou het ervan kunnen komen.
Voor het zover is, lanceert Volvo echter nog enkele producten die uit de samenwerking met Ford ontstaan zijn. Het jongste was de S60. De wat dynamischer gelijnde opvolger van z'n voorganger die eerder dit jaar gepresenteerd werd. En nu is er op basis van die S een V. Dat is Volvo-slang voor een Break. Beetje eigenaardig, want Volvo had al twee breaks; de V50 (11cm korter) die op de S40 is geënt en de V70(20cm langer) die tussen de S60 en S80 z'n klanten zocht. Beide modellen blijven. De V70 ondergaat volgend jaar zelfs nog een update - met eindelijk een zesbak voor de zuinigste versie - en moet nog enkele jaren meegaan.
De V60 is dynamischer gelijnd dan beide andere V's, wat hem z'n bestaansrecht verleent. Onderhuids deelt hij alles met de S60, ook al is hij wat langer en 45kg zwaarder. Benzinerijders kiezen uit de T3 met 150pk en de 2.0T met 203pk. De topper wordt de T6, een zes-in-lijn met 304pk. Dieselrijders krijgen een D3 met 163pk en een D5 met 205. Dat zijn beiden vijfcilinders - de eerste is met een slagvolume van 2 liter 4 deciliter minder groot dan de tweede. Volgend jaar komt dan de echte pottenbreker, wanneer Volvo de 1.6l diesel onder de kap legt.
Aan de benzine hangt een prijskaartje van € 30.650. De D3 is minstens € 32.200 duur. De SUMMUM-uitrusting van onze testauto doet er overigens nog eens € 4.700 bovenop. Veel, maar met z'n complete uitrusting doorstaat die de vergelijking met de Duitse competitie nog steeds glansrijk.