In tegenstelling tot z'n directe concurrenten biedt Jaguar geen achtcilinder dieselmotor aan in z'n toplimousine. Lichtgewicht structuur of niet - er zijn altijd klanten die de krachtigste dieseloptie nemen. Maar draagt die wel iets bij? De XJ lijkt te suggereren van niet. De dubbel geblazen drieliter heeft aan 275pk en liefst 600Nm voldoende om niet alleen een topsnelheid van 250km/u, maar ook een sprinttijd van 6,4 tellen op te laten tekenen. Jaguar geeft niet toe aan de verleiding om je als bestuurder de keuze te geven over eindeloze instellingen voor de automaat, ophanging, gaspedaalrespons, stuurbekrachtiging... je kan de motor wat hoger in de toeren jagen door de sportstand te activeren en je kan de stabiliteitscontrole in slaapstand zetten. Die schiet overigens weer wakker net voor het echt leuk wordt. Zonde. Voor het overige rijdt de XJ met de instellingen die de ingenieurs kozen. Te nemen of te laten. En zo hoort het. Vooral als die ingenieurs goed werk verrichten.
De adaptieve ophanging van de XJ houdt de koets kordaat in het gareel, maar presteert het om nooit hard of ongesofisticeerd uit de hoek te komen. In combinatie met een leuke gaspedaalrespons en een fijn en communicatief stuurwiel ontpopt zelfs deze lange variant zich tot een echte drivers car. Audi mag dan wel van de daken schreeuwen dat het met de (eveneens in aluminium opgetrokken) A8 's werelds meest dynamische limousine bouwt - we weten beter. De XJ flikt je geen onderstuur. Nooit.
Op papier verbruikt de XJ diesel met lange wielbasis gemiddeld 7,2l/100km. Dat is twee deciliter meer dan de korte(re) versie. In de praktijk mag je eerder op 10 liter rekenen. Ook dat is nog steeds een behoorlijk cijfer.