Aan de binnenzijde ontdekken we een ander instrumentarium dan drie jaar geleden. De verlichting geschiedt in blauw en wit en de afleesbaarheid is in het algemeen boven elke vorm van kritiek verheven.
Het interieur kwalificeert als ruim. De ontwerpers hebben zich geen moeite gespaard om het plaatsaanbod ruimer te laten lijken dan het is. Je neemt plaats in goed zittende zetels met een evenwichtige balans tussen steun en comfort. In de portieren vinden we brede en diepe kaartenbakken, die zelfs plaats bieden aan kleinere flessen. Bekerhouders vinden we in de middentunnel, waar onder de centrale armsteun nog een royale berging schuilt. Nog meer verwenning brengen de zetelverwarming, een gekoeld handschoenvak, een bergvak centraal bovenin het dashboard en een aflegschaal onderaan de middenconsole
Het is opvallend hoe ‘eerlijk' Hyundai de ruimte weet te verdelen tussen voorste en achterste passagiers. De rugleuning van de voorzetels werd uitgehold om de achterpassagiers maximaal knieruimte te bezorgen. Opbergnetten zijn er overigens ook, evenals kaartenbakken in de achterste portieren, al zijn die wat beperkt in capaciteit. Nog meer vreugde kunnen we uiten over de royale voetruimte onder de voorstoelen, zodat men zich achteraan echt comfortabel kan nestelen. Er zijn 3 hoofdsteunen en ook de hoofdruimte weet te bekoren. Zelfs met 1,90 m lengte en de bestuurderszetel maximaal achteruit, werd het geen strafexpeditie.
De rugleuning van de achterbank kan asymmetrisch neerklappen en verzekert een brede doorlaadopening naar het interieur. In de koffervloer zitten 3 verankeringspunten voor kinderzitjes, 4 sjorhaken en onze testwagen deed daar ook nog een bagagenet bovenop. De koffer lust 340l en met de achterbank neergeklapt wordt dat 1.250l.