Het interieur is, euh, opmerkelijk krap. Niet alleen aan de kruin overigens. Je wordt ook aan de flanken stevig ingekapseld, door de brede deurdrempel of de eveneens riant bemeten middentunnel. En je zit in kuipjes die nauwer aansluiten dan een te heet gewassen tanga. Nauwelijks instelbaar, maar ronduit briljant. Als je te lang blijft zitten zouden ze met je lijf kunnen vergroeien. Je zou het niet eens erg vinden. De SLS beschikt over alle gebruikelijke comfortvoorzieningen. En de ingenieurs presteren het van die op de vlakte te houden, dankzij een goed doordachte ergonomie. Mercedes vindt hier het warme water niet opnieuw uit - de bedieningselementen zijn gegroepeerd zoal in elke andere auto van het merk. En dat is goede zaak. De op een vliegtuighendel geïnspireerde en gelukkig makkelijk bedienbare en heldere versnellingshendel wordt geflankeerd door een rode startknop, een draaischakelaar voor de verschillende rijprogramma's (van comfort tot race) en drukknoppen die de dempers en stabiliteitscontrole op je smaak afstemmen. Je kan alle elektronische prullen naar je smaak programmeren en alle instellingen onder de AMG-knop kleven. Dan zijn ze ogenblikkelijk beschikbaar.
Om je heen zit een interieur dat door precisiestiksel wordt samengehouden en met koeiehuid wordt bekleed. Voor je neus zit een instrumentarium dat er zonder al te veel poespas in slaagt helder en compleet te zijn. En perfect afleesbaar in de diep uitgesneden instrumentenkokers. Over de rijhouding kunnen we kort zijn. Die is perfect. Ziezo.
Rest ons nog het puntje van de opbergruimte. Wel, die is schaars. Je hebt een handschoenkasje en er is ruimte in en achter de middentunnel. Met wat geluk kan je daar je telefoon en portefeuille in kwijt. Of je steekt het in de koffer. Hou er wel rekening mee dat die dan bijna vol zit, want 176l inhoud is povertjes. Als je selectief bent, kan je weekendbagage voor twee tot dat volume compacteren. Bij supercars is dat de norm.