Prestige. Dat is het. De drijfveer die zo veel autobouwers ertoe brengt om een supersportwagen te ontwikkelen. Wel, dat en het feit dat er goed geld aan te verdienen valt. En dat het een positief effect heeft op het imago, waardoor je als autobouwer ook meteen meer kleine saaie auto's gaat verkopen. Logisch dus dat je in dat segment haast net zo veel keuze hebt als wanneer je voor een gezinswagen gaat shoppen. Toch is het ook een risico. De lat ligt immers bijzonder hoog. Je moet je als autobouwer door en om een hoop regels werken en aan het eind van de rit een product neerzetten dat tot de verbeelding spreekt, betoverd, presteert. En al helemaal als je je waagt aan een incarnatie van één van de meest legendarische auto's uit de geschiedenis. Zoals Mercedes doet met deze SLS.
Mercedes maakt met deze SLS de brug naar de ronduit legendarische 300SL uit de jaren vijftig. In principe volgt hij ook de SLR McLaren op, al is de link minder duidelijk als je de prijs bekijkt. Het prijskaartje van de SLS is met € 185.251 pakken lager dan dat van de SLR. Deze tweezitter is zelfs niet de duurste Mercedes uit het gamma. Je kan aan zowel een S-Klasse AMG als aan de daarop gebaseerde CL makkelijk € 50.000 méér uitgeven. Of de SLS spekken met wat leuke extra's, zoals bij ons leenexemplaar. Dat is immers voorzien van carbon-ceramische remmen (€ 11.725) eneen B&O audio-installatie (€ 7.282). Je kan ook nog een carbonpakket voor het interieur nemen (€ 8.639) of opteren voor de speciale zilveren koetswerktint (€ 12.342).