Onder de motorkap van de MF4 zit een 4,8l dikke V8 van BMW-origine. Die produceert 367pk. Eigenlijk niet zo gek veel meer dan de MF3, die 343pk puurt uit de zes-in-lijn van de vorige M3. Het verschil zit ‘m in de trekkracht van 490Nm. Een handbediende zesbak is standaard, niet de optionele sportautomaat met even veel verhoudingen van het testvoertuig. Het gemiddelde verbruikscijfer van 11,7l/100km en de CO2-uitstoot van 279gr/km zullen kandidaat-kopers niet afschrikken. Waar het om gaat zijn de prestaties.
Toegegeven, die zijn indrukwekkend. De MF4 gaat door tot 291km/u. Vanuit stiltand maak je van 100km/u geschiedenis in amper 4,6 tellen. Bij die cijfers ga je snel denken dat de Wiesmann een nauwelijks te temmen bruut is. Fout, want het is opvallend hoe beheerst het vermogen wordt opgebouwd. Als je kracht wil, moet je erom vragen. Dat maakt de Wiesmann meteen heel bruikbaar.
We kennen schrijfgerief met een grotere veerweg dan de Wiesmann. En de banden zijn gereduceerd tot een pelletje rubber om de velg. Onze chiropractor was op voorhand verwittigd. In de praktijk blijkt de Wiesmann om één of andere reden (magie, wellicht) opvallend comfortabel. Stug, weliswaar, maar de demping is voortreffelijk. Het model verteert zelfs zonder morren straatvervuiling als dwarsrichels en rioolroosters.
De afwezigheid van trillingen rond het voorruitframe wijst op een bijzonder stijf onderstel. Het weggedrag lijkt dat te bevestigen. Dit is een tweezitter die nauwelijks van de wijs te brengen is. Onderstuur staat niet in z'n woordenboek en als overstuur de kop opsteekt dan gebeurt dat geleidelijk en wordt het duidelijk gecommuniceerd. Het lijkt als je door het stuurwiel persoonlijk de voorwielen vasthoudt. En je kan corrigeren met de vingertoppen. Heerlijk. We zijn de creatieve ergonomie in het interieur alweer vergeten...