Als je de deur van de Duster opentrekt, moet je geen al te hoge verwachtingen koesteren. De Duster is bedoeld om ruimte te bieden en functioneel te zijn, niet om je te verleiden met zacht aanvoelende kunststoffen, blinkende sierlijsten en hoogtechnologische gadgets. Gemekker over de harde plastic boordplank, het gebrek aan fantasie in de wijzerplaat of het mechanische gevoel van de bedieningselementen steek je best in de bezemkast. De Duster moet vooral de ‘basics' juist hebben. En die kloppen allemaal. Je zit dan wel in zetels die we herkennen uit een vorige Clio; je kan er een marathonrit in doen zonder je ziekteverzekering aan te spreken. Uiteraard is er beter steunend, uitgebreider instelbaar zitmeubilair maar dit doet alles wat het moet doen. Ook achteraan trouwens, waar voor drie volwassenen voldoende ruimte beschikbaar is.
Sterker nog; eigenlijk voelt en ziet alles er perfect uit zoals de bedoeling is. Het past wonderwel bij de no-nonsense-aanpak van het merk. De meer luxueuze versies worden getooid met enkele in glanzend bruin gespoten sierlijsten en als je het ons vraagt, stelt de Dacia het beter zonder. Dat is eerlijker. Het is ook niet zo dat je terug de vorige eeuw in gekatapulteerd wordt, zoals tegenstanders van het merk wel eens willen laten uitschijnen. Standaard moet je de spiegels en ruiten handmatig verstellen en ontbeer je centrale deurvergrendeling. Vanaf het hier geafficheerde tweede uitrustingsniveau (vanaf € 13.800 voor de diesel) is dat reeds immer aanwezig.
De kofferinhoud is riant in verhouding tot de buitenafmetingen, dankzij de functionele vormgeving van het koetswerk. De breed opende en hoog opzwaaiende klep biedt ruimte voor 475l aan bagage. De bagage-afdekking is het enige dat naar onze smaak iets te Spartaans is afgewerkt. Om met neergeklapte achterbank (1 deel, een in delen neerklapbare achterbank is standaard op het hoogste uitrustingsniveau) de maximale bagagecapaciteit van 1.636l te benutten, moet je die verwijderen.