Oorspronkelijk was Peugeot een graanverwerkend bedrijf. Meer dan 2 eeuwen geleden. De omschakeling naar echte industrie, en meer specifiek de automobiel, gebeurde inmiddels meer dan een eeuw geleden. Al die tijd mikte Peugeot op auto's voor de massa. Democratisch geprijsde vervoermiddelen vormden altijd de kern van het programma. Sportwagens zijn dan ook een uitzondering. Wat niet betekent dat sportiviteit het merk vreemd is. Peugeot domineerde de Formule 1, Dakar en Rally. En belangrijker... de jongste decennia zette het bijzonder sportief sturende karretjes op de weg. De 205 GTI is koning, maar ook oefeningen met grotere en kleinere koetswerken waren lovenswaardig. Met de bijzonder goed gesmaakte door Pininfarina getekende 406 Coupé en z'n binnenshuis ontwikkelde en veel minder geapprecieerde 407 Coupé heeft Peugeot wel GT's in het gamma, maar daar ligt de nadruk niet op sportiviteit. Peugeot wist dat ook en bij wijze van stijloefening plantte het in 2007 dan maar de RCZ neer. Een 2+2 die Audi's recept voor de TT volgt. De reacties waren overweldigend positief en amper twee jaar laten doen we dan ook de eerste proefritten.

Peugeot wist bijzonder dicht bij het prototype te blijven. De uitlaatlijn is eigenlijk de enige echt in het oog springende wijziging. Die zit links, en niet centraal. Dat was makkelijker, want ze wordt overgenomen van een bestaand model (de 308) en nu is er nog ruimte om een trekhaak te monteren - mocht je zin hebben om je compleet belachelijk te maken. De dikke wielbogen, aluminiumkleurige dakomlijsting, de gapende smoel en de dikke maar strakke kont zorgen voor een sportieve, zuivere lijn. Een opklappende achtervleugel zorgt er alvast voor dat alles bij stilstand zeer homogeen oogt. Heel kenmerkend is het profiel evenwel niet. Alle elementen zijn wel ergens geleend... de smoel van eigen producten, het profiel van de TT en de heerlijk zwiepende achterruit bij Zagato. De mengeling van die elementen is nieuw... en valt - de reacties van omstaanders aan te zien - in de smaak.

Aan de binnenzijde is de RCZ een 2+2. Dat betekent dat je behoorlijke ruime plaatsen vooraan combineert met achterste zitjes waar je alleen passagiers op kwijt kan als je de Conventie van Genève aan je laars wil lappen. Als uitbreiding op de 384l grote koffer is het briljant, maar je kan ook de achterbank plat leggen. Dan past er tot 760l in. Het interieur recycleert uiteraard heel wat elementen van de 308, maar ze zijn wel deskundig gecamoufleerd. De wijzerplaten en bedieningselementen op de middentunnel zien er allemaal zeer gelikt uit. Chroom, zwart- en aluminiumkleurige sierelementen doen er nog een schep bovenop. En omdat Peugeot de ganse boordplank verpakt in namaak-leder met echt stiksel krijg je zowaar een "premium" gevoel. Niet zoals bij de Duitsers, maar behoorlijk dicht in de buurt. Achter het stuur doet de hoge gordellijn z'n best om je band met de auto te versterken - door het te horizontaal geplaatste stuurwiel lukt het niet helemaal. En de sportzetels zien er beestachtig goed uit, maar de zijdelingse steun laat ter hoogte van de schouders te wensen over.

We zegden het al eerder; de RCZ is onderhuids eigenlijk een 308. Het spoor werd vooraan 5,5cm breder en achteraan gaat het zelfs 7cm in de plus. Het onderstel is opgewaardeerd met stijvere veren en dempers, dikkere stabilisatorstangen (de 1.6 heeft er vooraan zelfs twee) en natuurlijk velgen met de diameter van een pretparkattractie. De achterwielen zitten evenwel nog steeds vast aan een U-vormige as en dus niet aan een onafhankelijke ophanging zoals bij het Duitse voorbeeld wel het geval is. De koets wordt stevig in het gareel gehouden. Dat geeft prettig veel feedback, maar als het wegdek er Belgisch bijligt (of er uitziet als het maanoppervlak) wens je gauw een betere filtering. Vooral in bochten lust de RCZ geen putten en durft hij wel eens een stapje opzij te zetten. Combineer dat met een zware, maar feitelijk gevoelloze stuurbekrachtiging en wij weten wel een paar leukere stuurijzers voor het geld. De diesel doet bovenstaande oefeningen overigens steeds een tikkeltje beter. De prestaties mogen er overigens wel zijn. De 1.6 turbo (dezelfde motor als de Mini Cooper S) klinkt dankzij nieuwe technologie aan de binnenzijde - en alléén aan de binnenzijde - sportief, houdt 200pk achter de hand en doet de sprint in 7,6 tellen. De variant met 156pk hebben we niet geproefd. De 2.0l diesel met 163pk heeft evenmin last van z'n massa van 1,3 ton en overtuigt meer met z'n hernemingen dan met naakte cijfers.

Peugeot biedt de RCZ aan vanaf € 27.080. Dieselen kan vanaf € 29.180 en de 200pk sterke benzine kost nog eens € 500 meer. Omdat we de vergelijking met de Audi TT echt niet kunnen vermijden; de Duitser is telkens zo'n € 6.000 duurder, maar pakt uit met een superieur onderstel, rijgedrag en afwerking terwijl Peugeot het haalt als het op karakter, durf en design aankomt.