Precies die extra verstevigingen (zie veiligheid) tikken flink door op de weegschaal. De benzineversies wegen gemiddeld 1.600 kg terwijl de topdiesel 1,7 ton op de weegschaal zet en dat is niet weinig voor een wagen uit het C-segment. De dakconstructie op zich neemt daarvan 110 kg voor haar rekening. Hoewel de ophanging wijzigingen onderging, is die massa duidelijk voelbaar bij het rijden. Qua prestaties val het het best mee omdat het gros van de motoren over flink wat turbokoppel beschikt. Als je de remmen op de proef stelt, merk je dat de temperatuur snel de hoogte ingaat. Bij een vlotte rijstijl, voel je dat de stoppers initieel aan bijtkracht inboeten maar ze blijven steevast op een behoorlijk niveau werken.
De stuurbekrachtiging is net als bij de vorige generatie zuiver elektrisch. De ondersteuning is aan de forse kant wat het stuur verderlicht maakt in gebruik. Handig bij het parkeren maar naarmate je het tempo verhoogt, vergt het enige gewenning. Hoewel het onderstel werd aangepast aan het nieuwe lastenboek, blijft de wagen Frans-comfortabel. Dat impliceert flink wat veerweg waardoor heel wat oneffenheden in het wegdek keurig worden uitgevlakt. Comfort troef dus, wat helemaal bij de roeping van een vierzits cabrio past. Anderzijds blijkt de wagen ook vrij dynamisch en dat dankt hij aan de snedige voortrein. Enkel bij snelle, opeenvolgende bochten kan dit de Mégane wat in verlegenheid brengen omdat de soepele vering dan de neiging heeft wat te gaan "pompen" onder invloed van het gewicht.
Onder de motorkap levert Renault een breed motorpalet. Het verhaal start bij de bekende 1.6 benzinemotor van 110 pk. Het is meteen de enige niet-turbomotor. Vanaf dan wordt het interessanter met de 1.4 TCe die 140 pk sterk is. Met 190 Nm aan trekkracht is het de ideale downsizing-motor. Hij is best vlot, maar aan boord van de zware coupécabrio geen zuinigheidskampioen want bij doorgedreven ecorijden haal je 7,7 l/100 km. Als je het gaspedaal iets guller beroert, stijgt die dorst snel naar 11 liter en meer. Een directe brandstofinspuiting zou hier geen overbodige luxe zijn om de dorst te drukken. De snelste motor is de 2.0 TCe met 180 pk. Aan dieselzijde is er de 1.5 dCi met 110 pk. De tweeliter is 130 of 160 pk sterk alle diesels hebben bovendien een roetfilter, kwestie van je stof niet zelf te moeten opsnuiven als je open rijdt. Renault levert op de kleinste diesel ook de gloednieuwe EDC-versnellingsbak. Dat is een gerobotiseerde zesbak met dubbele koppeling, vergelijkbaar met de DSG van VW. Grootste verschil is dat hier geen natte koppelingen (zoals bij motorfietsen) maar droge platen worden gebruikt. Voordeel is dat er minder wrijving is, wat het verbruik drukt. Ook de bediening ervan vergt minder energie. In de praktijk schakelt de bak erg snel en werkt hij zonder schokken.