We rijden de S-MAX met de nieuwe tweeliter ECOboost turbomotor, gepaard aan een versnellingsbak met dubbele koppeling. Beiden zijn nieuw in het S-MAX-aanbod en met 203pk en 300Nm achter de hand moet het in staat prestaties te leveren die passen bij het dynamische uiterlijk van het busje. En het geheel stelt niet teleur. De sprint naar 100km/u duurt 8,5 tellen (dank u, DSG) en de top bedraagt 221km/u. Wat belangrijker is; ondanks z'n leeggewicht van haast 1,7 ton hangt deze S-MAX goed aan het gas, en strijkt de ophanging de meeste oneffenheden vlak zonder het comfort compleet te vergallen. De S-MAX stuurt zelfs strak. En met gevoel. De concurrentie is, zoals in de inleiding al gezegd, in aantocht - maar ze krijgen het gegarandeerd moeilijk om dit onderstel te overklassen. Het enige betreurenswaardige is dat deze door benzine aangedreven bus in ons land zo goed als geen afnemers zal vinden.
De Galaxy die we tegelijkertijd reden heeft een handbak en een commercieel interessantere tweeliter Duratorq diesel met 163pk en 340Nm tussen de aangedreven voorwielen zitten. In een auto die de nadruk elders legt, getuige z'n hoekiger lijn en hogere daklijn. De prestaties zijn met een top van 203km/u en een sprinttijd van 9,3 tellen in deze combinatie nog steeds erg aardig, maar het voelt allemaal wat wolliger aan. Niet inefficiënt maar de wielen krijgen wat meer vrij spel en de koets gaat in de bochten wat meer rollen. In de Galaxy geniet je bij voorkeur van het comfort.