Geen verrassingen aan de binnenzijde, tenzij je niet had verwacht dat de autobouwer enkele sierlijstjes groen zou kleuren. Dat betekent dat we nog steeds betreuren dat het frivole boordplankje van de eerste generatie (omwille van stupide wettelijke beperkingen in de VS) plaats moest ruimen voor een recht exemplaar. En dat de stoelen weliswaar wat ruimer werden (om de derrière van de obese Yanks te kunnen ontvangen?) maar ook een tikkeltje minder goed steunen. Het plaatsaanbod is identiek. Je hebt er geen flauw benul van dat je bovenop een accu zit, die overigens de plaats van de benzinetank inneemt. En de elektromotor neemt niet meer plaats in beslag als de verbrandingsmotor en daarom hoef je gelukkig ook geen kubieke centimeter van de toch al piepkleine koffer op te offeren.
Aan de boordplank is wel wat gewijzigd. Het LED-display voor je neus toont de batterijlading als je het centraal opgestelde sleuteltje in de start-positie hebt geklikt. En bovenop de middentunnel staan twee extra klokjes. Eentje dat net als het display aangeeft hoe het met je batterijlading gesteld is en één die aanduidt hoeveel je de elektromotor belast en/of laadt (de installatie omvat recuperatie van remenergie).
Het grootste verschil is de afwezigheid van de vrolijk kirrende motor achter je als je wegrijdt. De elektromotor laat zich wel horen, maar het is een gedempt gezoem dat hoger van toon wordt naarmate de snelheid toeneemt. We hebben wel meteen in de gaten dat de rolgeluiden goed gedempt zijn, nu de verbrandingsmotor ze niet langer maskeert. Tenminste, bij lage snelheden.