Subaru Legacy & Outback MY2010

Subaru Legacy & Outback MY2010
Bekijk 236 foto's
Door: BV 27-08-2009

De officiële première van de nieuwe Legacy en Outback geschiedt pas volgende maand op het Autosalon van Frankfurt, maar we hebben twee grote middenklassers van het eigenzinnige Japanse merk nu al voor u aan de tand gevoeld.

De Legacy wordt dit jaar twintig en is aan z'n vijfde generatie toe. En er wijzigt nogal wat. De stijlbreuk is de meest evidente. De Legacy en Outback oogden steeds ingetogen, gebalanceerd en elegant. Ditmaal krijgen de modellen assertiever smoelwerk met grote hoekomvattende koplampen, geaccentueerde wielbogen en flinke schouders. Assertiever dus. En meer afgestemd op de smaak van de (talrijke) Amerikaanse consument eerder dan (de veel zeldzamere) klanten op het Oude Continent. De Legacy wordt ook flink groter. In de lengte komt er tussen 55 en 65mm bij, de breedte gaat 50mm in de plus en de hoogte van de sedan groeit zelfs 80mm. Dat betekent natuurlijk ook dat er meer plaats is aan boord. Het beschikbare bagagevolume van de Sedan gaat van 433 naar 486l, en de break (die eigenlijk Touring Wagon heet) tikt nu af op 526l; 61l meer dan voorheen. De verschillen tussen de sedan- en breakversie enerzijds, en de Outback anderzijds, zijn te vinden ter hoogte van de grille, de bodemvrijheid en de bumperschilden. En onder de kap, maar daarover wijden we later uit. Puristen mogen overigens de zwarte vlag heisen; na de Impreza verliest nu ook de Legacy z'n frameloze ruiten. Omwille van de gewichtsbesparing en de grotere stijfheid (lees: crashbestendigheid) klinkt het bij Subaru, maar het karakterkenmerk wordt ongetwijfeld eveneens omwille van de kostprijs geofferd.

Het interieur is een pak ruimer dan voorheen en het zitmeubilair heeft vooral achteraan een betere pasvorm. En er doen een paar nieuwe technologiën hun intrede. Keyless-go of een elektrische handrem bijvoorbeeld. Wie even moet wennen aan de wel heel zacht aanvoelende stofjes, kan natuurlijk ook opteren voor een lederaankleding. De boordplank en het instrumentarium ogen verzorgd, als vanouds. Het afwerkingsniveau lijkt er, vooral in vergelijking met de bijzonder kies afgewerkte Outback van de vorige generatie, dan ook nauwelijks op vooruit te zijn gegaan. Sterker nog, de vorige editie had een zacht aanvoelend dashboard en bij de nieuweling zit op dezelfde plaats keihard plastic. Het ziet er hetzelfde uit, dat wel. Subaru's paraplu is de recycleerbaarheid van de boordplank. Van deze nieuwe komt niets in het milieu terecht.

Subaru's geheel symmetrische vierwielaandrijving in combinatie met de al even unieke boxermotoren, is er gelukkig nog steeds. Het staat nog steeds garant voor een uitzonderlijke tractie en stabiliteit. Spijtig dat Subaru er niet meer van verkoopt. Dat zou de concurrentie dwingen om z'n niveau tot een vergelijkbaar niveau op te krikken. Onder de kap zitten boxermotoren. Een tweeliter met 150pk en 196Nm, een 2,5l met 167pk en 229Nm en een tweeliter diesel boxermotor (een unicum) met 150pk en 350Nm bij de Legacy. De Outback stelt het zonder die eerste, maar wordt wel leverbaar met een 3,6l zescilinder - 260 paarden rijk en met net zoveel koppel als de diesel. De 3.6 wordt altijd aan een vijftrapsautomaat gekoppeld, de diesel is er enkel in combinatie met een handgeroerde zesbak en voor de twee viercilinder benzinemotoren heb je de keuze. Een zesbak of een fonkelnieuwe Lineatronic gedoopte automaat met continue variabele overbrenging. De eerste van z'n soort die in de lengterichting van de auto gemonteerd wordt. En met een ketting in plaats van een riem. Die kan meer koppel overbrengen, waardoor hij misschien ook nog in de diesel komt. In tegenstelling tot een gewone CVT heeft de bak ook een (kleine) koppelomvormer. Een ketting kan immers niet zo goed tegen schokjes als een riem. Subaru bestempeld de Lineatronic als de transmissie van de toekomst, maar helemaal wild worden we er niet van. De relatie tussen motortoerental en acceleratie is zoek en dat blijft onnatuurlijk. De zesbak (eindelijk!) schakelt anders uit de kunst. Stil, loepzuiver en in combinatie met een deskundig afgesteld koppelingspedaal. Dat laatste geldt ook voor de stuurinrichting. Slechts een tikkeltje gevoelloos en tegenwoordig is dat een compliment. De diesel levert eveneens de beste prestaties. De centrale is fluks en gewillig bij lage omwentelingssnelheden terwijl de benzines (met uitzondering van de in ons land onverkoopbare 3,6l) te lijden hebben onder hun mager koppel waardoor je ze hoog de toeren in moet jagen. En zelfs in de Outback blijft de 2.0 boxerdiesel in de spurt onder 10 tellen, terwijl het verbruik niet boven 6,7l/100km aftikt.


Geef commentaar
comments by Disqus