De nieuwste Z4-generatie debuteerde begin 2009 op het salon van Detroit, een premièrelocatie die veel te maken heeft gehad met de belangrijke afzetmarkt in het zonnige California. Hoewel de Z4 nog als roadster in de prijslijst verschijnt, is dat niet langer helemaal correct: de softtop van zijn voorganger en typisch kenmerk van een roadster, moest plaats maken voor een wegklappende hardtop, zoals BMW ook al op zijn 3-Reeks Cabrio de stoffen muts verving door een stalen klapdak. Dat vereenvoudigt het BMW-gamma, want er is nu niet langer een roadster met stoffen cabriodak en een Coupé met vast stalen dak.
De Z4 zet een rijke roadstertraditie voort bij BMW. Eind de jaren tachtig kwam BMW aanzetten met de Z1, een bijzonder opgemerkte roadster, al was het maar omwille van de in de zijflanken wegzakkende portieren. De Z1 knoopte weer aan met het roadsterverleden van blauw-wit: de memorabele 328 en 507. Eind 1991 hadden 8000 exemplaren een koper gevonden. Na het succes van de Z1, bleven de klanten op hun honger zitten, want een opvolger met de roepnaam Z2 kwam er nooit... In 1995 werd de draad weer opgenomen met de in Amerika geproduceerde Z3. In 1998 werd de roadster aangevuld met een Z3 Coupé. De totale productie liep op tot 280.000 stuks. De Z8 verscheen in het millenniumjaar als exclusieve 'super-roadster', met aluminium spaceframe en 400 pk krachtige 5 liter V8. De opvolger van de Z3, de Z4, verscheen op het salon van Parijs in het najaar van 2002. Het ging om een volledig nieuwe wagen, die van bij de start als roadster werd ontwikkeld, daar waar de vorige Z-modellen afgeleid waren van een bestaand BMW-model. De Belgische kopers moesten op hun Z4 wachten tot de lente van 2003.
De nieuwste Z4 die sinds de lente van 2009 bij de BMW-concessies in de spots staat, wordt niet langer in het Amerikaanse Spartenburg (Zuid-Carolina) gebouwd, maar wel in het Duitse Regensburg. Dat heeft te maken met het bundelen van competenties, waardoor de X-modellen voortaan in de Amerikaanse productiesite geconcentreerd zitten. In Regensburg lopen ook al de 3-Reeks Cabrio en de 1-Reeks cabrio van de band. Momenteel staat de Z4 in drievoud in de prijslijst: als Z4 sDrive 2.3i (204 pk), Z4 sDrive 30i (258 pk) en Z4 sDrive 35i (306 pk). Wij reden de basismotor, gekoppeld aan de vernieuwde 6-traps 'Sport-Automatic'-schakelmechaniek, goed voor een basisprijs van 36.400 euro + 2.380 euro voor de automaat. De directe concurrentie voor de BMW Z4 sDrive 2.3i komt uit Ingolstadt en Stuttgart. Het betreft de Audi TT Roadster 2.0 T FSI, die wel met softtop voorrijdt. Hij levert ronde 200 pk en kost 35.645 euro, te vermeerderen met 2.370 euro voor de S-tronic. Bij Mercedes-Benz is er de SLK, leverbaar als SLK 200 Kompressor met 1800 motor en 184 pk, maar daarmee iets te 'licht' voor onze testwagen uit München. Kostprijs 40.414 + 2259 euro voor een automatische schakelmechaniek. Daarboven staat de SLK 280 met 3.0 motor en 271 pk, maar die zou tegen de BMW Z4 3.0i moeten aantreden. Verder zoeken levert weinig bruikbaars op. De Mazda MX5 Roadster Coupé volgt hetzelfde constructieprincipe als BMW, maar topt bij 160 pk en 31.900 euro voor de automaat, waardoor hij als concurrent niet in aanmerking komt. Proberen we bij Alfa Romeo, waar de Brera Spider 2.2 met softtop voorrijdt, doch slechts 185 pk onder de kap heeft voor 36.450 euro basisprijs. Bij Nissan lokt de 350 Z Roadster, maar die haalt uit met een zwaar belaste 3.5 V6, goed voor 313 pk. Hij kost slechts 41.900 euro (geen automaat), maar is dus geen rechtstreeks rivaal voor onze BMW. Remember ook nog de Opel GT 2.0T, liefst 264 pk rijk en met 32.799 euro een koopje, maar vreselijk gehandicapt door een totaal ontbreken van enige bagageruimte. Porsche? Dromen van de Boxster 2.9 mag - met zijn ingetoomde 211 pk zit hij helemaal in de buurt van onze BMW Z4 sDrive 2.3i - maar met een basisprijs van 49.126 euro + 3.146 euro voor de PDK-bak is het nog lang doorsparen. Nog ietsje verder verwijderd ligt de Lotus Elise SC met 220 pret-pk's à 50.690 euro.