De 3.0 TDI met 240 pk vermogen en 500 Nm max. koppel zit bij de A5 Cabriolet standaard gekoppeld aan Quattro vierwielaandrijftechniek en een S-tronic schakelmechaniek met 7 verhoudingen. Deze versnellingsbak is samengesteld uit twee 'subversnellingsbakken', elk uitgerust met een eigen meerschijvenkoppeling die de verschillende versnellingen bedient. De grote koppeling aan de buitenzijde stuurt het motorkoppel via een massieve as naar de tandwielen van de oneven versnellingen 1, 3, 5 en 7. Die liggen in het achterste gedeelte van het uit aluminium gegoten versnellingsbakhuis, dus dicht naar het midden van de wagen. Rond de massieve as roteert een holle as. Die is verbonden met de kleinere koppeling die in de grotere koppeling geïntegreerd zit, en bedient de tandwielen van de even versnellingen 2, 4 en 6, alsook de achteruitversnelling. Alle versnellingstandwielen liggen op één lijn na elkaar, in de volgorde 4, 6, 2, R, 1, 3, 7 en 5. De beide deelversnellingsbakken zijn permanent actief, maar slechts een van beiden is effectief aan de motor gekoppeld. Wanneer bijvoorbeeld geaccelereerd wordt in derde versnelling, selecteert koppeling twee de vierde versnelling reeds voor om ze als het ware 'in wacht' te zetten. Het schakelen gebeurt door het wisselen van beide koppelingen: terwijl koppeling 1 opent, sluit koppeling 2 in slechts enkele honderdsten van een seconde en zonder onderbreking van de trekkracht.
Bij de hier toegepaste quattro-aandrijving stroomt normaal 60% van het koppel via de cardanas naar het differentieel van de achteras en 40% naar het voordifferentieel. De lichte nadruk op de achterwielen moet bijdragen tot een sportief rijgedrag. Indien nodig kan het middendifferentieel tot 85% van de kracht naar de achtertrein of maximaal 65% naar de voortrein sturen.
De zalige werklustige motor hangt jammer genoeg niet onmiddellijk aan het gaspedaal. De automaat veroorzaakt telkens opnieuw bij het wegrijden een zekere traagheid, wat resulteert in een licht schokje bij het aanzetten alvorens de trekkracht wel mooi lineair naar de wielen wordt gestuurd. De automaat doet verder schokvrij zijn ding en de lust om zelf manueel in te grijpen steekt eigenlijk nooit de kop op. Vooral de hernemingen zijn een feest, waarbij de auto perfect stabiel vooruitschiet en elk inhaalmanoeuvre met de nodige reserves afhandelt. Als het wegdek er niet te Belgisch bijligt, is het alsof de auto erboven zweeft. De A5 Cabriolet loopt dan ook in alle stilte 150 km/u met de toerentellernaald net boven de 2000 tr/min zwevend. Daarbij geeft de boordcomputer een momenteel verbruik aan van 7,5 l/100 km. Een zeer rustige rit kostte ons 9,2 l/100 km aan de pomp. Als we de motor gebruikten zoals hij aanport te doen, dan wordt dat al gauw 9,8 l/100 km zonder echt het onderste uit de kan te halen. We herinneren ons gunstiger verbruikscijfers met een 3.0TDI in de A6 en A6 Avant.
Het weggedrag is absoluut geruststellend, terwijl ook het stuurgevoel onze goedkeuring wegdraagt. Vooral het kort om de hoek zetten van de toch niet kleine auto is altijd weer een plezier. Ondanks de complex uitgewerkte cabriokap met optionele akoestiche demping, dringt er toch nog behoorlijk wat lawaai door in het interieur wanneer het weer zich niet van zijn sympathiekste kant laat zien. Onder normale omstandigheden overstemden de rolgeluiden wel de windgeluiden bij onze testwagen.