Het belangrijkste nieuws voor de S80 is de introductie van een gloednieuwe dieselmotor die door Volvo zelf werd ontwikkeld. De vorige generatie van de D5 was ook al een eigen ontwikkeling en werd tijdens het salon van Genève in 2001 onthuld. Een aantal kenmerken worde vandaag overgenomen. Zo gaat het opnieuw om een 5-cilinder met 2.4 liter longinhoud - ditmaal geheel uit aluminium vervaardigd - en common rail inspuittechniek, die alweer in twee vermogenversies wordt aangeboden. De meest gesofisticeerde is de D5, waarbij Volvo bi-turbo techniek toepast voor een maximaal rendement. Het gaat om sequentieel (in lijn) geplaatste turbocompressoren met verschillende grootte. Bij lage toerentallen doet de kleine turbo het werk voor veel trekkracht onderin; bij hoge toerentalen zorgt de grote turbo voor veel kracht. Volvo past piëzo-elektrische injectoren toe voor een heel precieze inspuiting van de brandstof in de verbrandingskamers. Er kunnen tot zeven injecties per cyclus plaatsvinden. Verder zijn er keramische gloeibougies bij de D5, die zorgen voor een rimpelloze koudstart en een snelle opwarming van de motor. De bougies bereiken in twee seconden een temperatuur van 1000 graden Celsius, waardoor de motor snel aanslaat en de uitstoot van schadelijke stoffen wordt beperkt. De Volvo-ingenieurs slaagden erin de prestaties sterk te verbeteren, terwijl het verbruik en de CO2-uitstoot daalden. De D5 levert 205 pk en 420 Nm koppel tussen 1500 en 3250 tr/min, terwijl hij gemiddeld slechts 6,2 l/100 km verbruikt en 164 g/km vervuilt. Jammer genoeg worden de cijfers behoorlijk slechter met de automatische transmissie: 6,7 l/100 km en 178 g/km CO2-uitstoot. Een aangenaam detail is verder dat de oliepeilstok vervangen wordt door een waarschuwing in het display op het dashboard. Zelfs de hoeveelheid bij te vullen olie verschijnt op het schermpje.
Naast de D5 is er ook de 2.4 D, die vanuit hetzelfde basisblok is opgebouwd, maar verder eenvoudiger is gehouden. De 2.4 D brengt het tot 175 pk, maar behoudt wel hetzelfde koppel - 420 Nm. Met deze motor in het vooronder laat de S80 en verbruiksgemiddelde optekenen van 5,9 l/100 km en een CO2-uitstoot van 155 g/km. Jammer genoeg straft de Belgische fiscaliteit nog altijd grotere cilinderinhouden - een relatief begrip, want vanaf 2.0 liter slaat de fiscus boosaardig toe - zodat zelfs de nieuwe Volvo-diesels niet echt een stormloop zullen ontketenen. Volvo heft dat goed begrepen en biedt daarom ook nog een 2.0D aan, 136 pk sterk, 320 Nm koppel rijk, waarmee de CO2-uitstoot verder daalt tot 151 g/km. Vanaf dit najaar durft Volvo zelfs een 1.6 D aan te bieden in de grote S80 onder de benaming 'Drive E'. De 2.0D wist ons al aangenaam te verrassen, maar bij de 1.6D met 109 pk fronsen we toch de wenkbrauwen. Volvo argumenteert deze tegemoetkoming aan de zwakzinnigheid van onze overheid en de CO2-gekte met het feit dat Audi duizenden A6-en gesleten heeft met een 1.9 TDI onder de kap die exact hetzelfde vermogen leverde. Een puik, maar amper te geloven feit is wel dat de Volvo 1.6D slechts 129 g CO2 zou uitstoten en daarmee heeft hij bijzonder sterke troeven voor de fleetmarkt.
Volvo ontwikkelde voor de vernieuwde Volvo S80 twee onderstellen: standaard verschijnt de S80 met 'comfortchassis'; optioneel is er het 'sportonderstel'. Dat laatste sluit een verlaging met 20 mm vooraan en 15 mm achteraan in, de toepassing van kortere en hardere veren, schokdempers met een hardere demping, dwarsstabilisatoren met een hogere torsiestijfheid, een automatische niveauregeling die de koets parallel met het wegdek houdt en tenslotte ook nog een directere stuurrespons. Opmerkelijk is dat de Volvo-ingenieurs zweren bij een mechanische aanpak en het al voordien aangeboden 'Four-C chassis' (= Continuously Controlled Chassis Concept) met een 3-standen elektronische demperregeling niet hetzelfde resultaat mogelijk maakt. Meer zelfs, het 'Four-C'-systeem blijft leverbaar als optie voor zowel de S80 met standaard 'comfort' dan wel optioneel 'sport'-chassis.
Wij reden eerst met het standaard 'comfort'-chassis, dat naar onze smaak nog altijd vrij 'Amerikaans' is afgesteld, m.a.w. net te soft. Volvo verdedigt deze keuze in het belang van de achterpassagiers - in heel wat landen zou de S80 goed scoren als limousine voor mensen met chauffeur. In eigen land valt de zachte afstelling vooral te verdedigen omwille van de slechte staat van onze wegen... De nieuwe D5 boekt een enorme vooruitgang, temeer omdat de automaat nu eindelijk niet langer de levenslust van de motor fnuikt. Het nieuwe schakelprogramma is aangepast aan de koppelcurve van de nieuwe D5, zodat elke actie op het gaspedaal nu ook in elke versnelling spontaan beantwoord wordt. De D5 is voelbaar levenslustig en alert, doet zijn werk in discrete stilte en tilt de S80 op een hoger niveau. Met het sportchassis nam het rijplezier exponentieel toe. De D5 kan hiermee veel beter zijn prestaties tot hun recht laten komen en bezorgt zijn bestuurder heel wat plezier op kronkelige en klimmende 'achteraf'-baantjes, mooi geholpen door het directere stuur.