SCORE Jaguar XK V8 MY2010
-
Interieur83%
-
Exterieur81%
-
Veiligheid79%
-
Rijgedrag84%
Leuke soundtrack
Gebruiksgemak
Wel groot maar niet zo ruim
Devalueert snel
Meer Jaguar testsMeer?
Jaguar XF 2.7D & 3.0 V6
Jaguar XF 2.7D & 3.0 V6
Jaguar X-Type Estate 2.0D
Jaguar X-Type Estate 2.0D
Sinds begin dit jaar is Jaguar samen met Land Rover eigendom van het Indische Tata. En die Indiërs houden hun blik star op de toekomst gericht. Dat is eens wat anders dan de manier waarop Ford met z'n ‘Premier Automotive Group' omging. De Britse ingenieurs hebben daarom nu al de XK en fonkelnieuwe XF onder handen genomen, terwijl geen van beide modellen daar eigenlijk al om stond te springen.
Een eerste kennismaking met de XF serveren we u over een paar dagen. Nu concentreren we ons op de XK. In het licht van de grondige technische update zijn uiterlijke aanpassingen verwaarloosbaar, maar voor de volledigheid vermelden we ze toch even. Ontwerper Ian Callum heeft de langgerekte Coupé en z'n dakloze evenknie voorzien van nieuw smoelwerk dat rijkelijker met juwelen is behangen. Zo is de grille steeds gechromeerd en geldt hetzelfde voor de raamomlijsting terwijl het voorkomen van de luchtdoorstroomopening onderaan de voorbumper versie-afhankelijk is. De zijdelingse luchthappers worden geaccentueerd en de luchtdoorstroomopeningen achter de voorwielen zijn in koetswerkkleur gelakt. Een update is er ook voor de lichtblokken, met de introductie van LED-technologie. De R krijgt een grotere eendenstaart, extra sleuven in de motorkap en een achterbumper waaronder vier ronde spruitstukken het moreel van achteropkomend verkeer ondermijnen.
Aan de binnenkant is de bediening voor de automaat de grootste noviteit. Weg is de conventionele J-gate met selectiehendel. Voortaan vinden we in de middentunnel dezelfde draaischakelaar en start/stop-knop als in de XF. De J-gate is sneller te bedienen, maar zo'n space-age draaiknop die uit de middenconsole omhoog komt en verlichting die een hartslag imiteert, is natuurlijk oneindig veel cooler. Alles waar het nieuwe trendy gereedschap mee in verbinding staat, is opgewaardeerd. De V8 is grondig herwerkt, de ZF-zestrapsautomaat is bijgeschaafd en zelfs aan ophanging en differentieel werd gesleuteld. In de automaat heeft Jaguar vooral naar een grotere efficiëntie gestreefd. Door de koppelomvormer minder te laten werken, beperk je bijvoorbeeld het vermogensverlies. De software is leergierig, adaptief en zo intelligent dat we het geheel niet op fouten hebben kunnen betrappen. De schakellepels aan het stuurwiel zijn eigenlijk overbodig, behalve dan voor mensen die constant overal met hun vingers aan willen zitten.
De Jaguar-ingenieurs hebben de V8 opgewaardeerd. Daarbij ging de meeste aandacht naar het verbeteren van de trekkracht bij lage omwentelingssnelheden. Die extra ‘oumph' halen de Britten onder meer uit een groter slagvolume. De achtpitter was 4,2l groot en groeit naar 5,0l. Nogal wiedes dat die dan krachtiger is. Erbovenop introduceert het merk directe brandstofinjectie, een nieuwe koppelgestuurde variabele kleptiming, een variabel nokprofiel én een variabel inlaatspruitstuk. Al die technische hocus pocus levert een in het toerentalgebied van 1.500 tot 3.000t/min dik 30% meer trekkracht op. De atmosferische V8 wordt daardoor al 380pk en 515Nm sterk. De XK R, waar een compressor lucht door de cilinderstrot ramt, piekt op 461pk en 625Nm. Aantrekkelijke waarden bij een gewicht dat schommelt tussen 1,66 en 1,8 ton. Sprintjes nemen respectievelijk 5,2 en 4,6 tellen in beslag. De topsnelheid is voor alle XK gelijk, want afgereld door een begrenzer op 250km/u.Ondanks de toegenomen capaciteit ging het verbruik en de CO2-uitstoot omlaag. De gemiddelden zijn nu 11,2 en 12,3l/100km met CO2-waarden van 264 en 292gr/km. Niet dat je dat in de praktijk zal halen of dat die daling je wat oplevert. Je blijft in de hoogste fiscale klasse zitten.
Jaguar heeft, tot slot, ook nog eens de flexibele onderstelcomponenten onder de loep genomen. Dankzij wat slim pogrammeerwerk kunnen de gestuurde dempers nu reeds reageren op koetswerbewegingen die zich nog niet hebben voltrokken. In een poging om de fysica te snel af te zijn spelen de processoren immers de input van het stuur en het gas- en rempedaal door naar de elektronische sturing. De XK laat daardoor een nog alertere indruk na. Wie graag de grenzen van de adhesie opzoekt noteert best even zo'n elektronisch heksenbrouwsel de neiging heeft om de limiet wat te verdoezelen. Niet dat veel XK-rijders zich zo ver wagen, maar kom... Gelukkig - en bijgevolg belangrijker - doet het geheel weinig af aan het vermogen van de XK om als een strijkijzer de grootste plooien in het wegdek glad te strijken. Wat sportiviteit is mooi meegenomen - de XK blijft met z'n toegenomen koppel, grote gebruiksgemak en hoogstaand rijcomfort toch vooral een GT die z'n bestuurder wil ontzien.