SCORE Seat Exeo 2.0 TDI (eerste test)
-
Interieur72%
-
Exterieur77%
-
Veiligheid80%
-
Rijgedrag78%
Materiaalkeuze
Prijs / uitrusting
Plaatsaanbod achteraan
Leeftijd platform
Meer Seat testsMeer?
Seat Ibiza SportCoupé eerste test
Seat Ibiza SportCoupé eerste test
Seat Ibiza Ecomotive
Seat Ibiza Ecomotive
Seat maakt promotie binnen het Volkswagen-Audi-concern. Tenminste, zo lijkt het. Het merk krijgt immers voor het eerst een berline die gewapend is om het op te nemen in het segment van de grote gezinswagens en populaire lease-modellen. Toen de Toledo nog vier volumes kende, moest Seat ook dat model nog baseren op het onderstel van de Golf. Met de Exeo gaat het merk voor het eerst een hele maat groter. De Exeo is immers gebaseerd op de Audi A4. Of nog beter; de Seat Exeo ís een A4.
Dat merkengroepen voordeel halen uit een platformstrategie waarbij zo veel mogelijk componenten herbruikt worden, is nogal wiedes. Maar dit is even iets anders. Audi heeft immers gewoon de productielijn van de vorige generatie A4 naar Seat's fabriek in het Spaanse Martorell verhuisd. Seat kreeg nog de vrijheid een nieuwe neus en kont te tekenen (van de hand van onze landgenoot Luc Donkerwolcke) maar daar blijft het bij. Op die manier bespaar je een berg kosten, maar Seat zwicht niet voor vragensalvo's in die richting. Nu is slechts 70% van de onderdelen ongewijzigd overgedragen uit de vorige editie A4. Seat heeft het model bij de tijd gemaakt door het interieur op te frissen, de afstelling van het onderstel te wijzigen en de nieuwste motoren onder de kap van de Exeo te leggen. Het klopt zichzelf vooral op de borst voor de komst van de tweeliter common-rail turbodiesels. Die hebben betere loopeigenschappen dan de 1.9TDI's die Seat zonder twijfel nog had ingelepeld als ze aan de (voor nieuwe modellen verplichte, nvdr) Euro V-norm hadden voldaan. Goed, we hebben vastgesteld dat aan de Exeo een bovengemiddeld hoog déjà-vu-gehalte hangt.
We herinneren ons de A4 als een degelijk gebouwde auto die overtuigde met z'n materiaalkeuze en afwerkingskwaliteit. Dat laatste liet bij de pre-productiemodellen die we bij deze eerste kennismaking in handen kregen te wensen over, maar over de materiaalkeuze kan je geen slecht woord verzinnen. Hetzelfde geldt voor de afleesbaarheid en ergonomie. Het zit- en rijcomfort is uitstekend. Vooral vooraan. De A4 was op de achterbank geen ruimtewonder en dus is ook de Exeo dat niet. Maar je kan er wel nog steeds twee volwassenen parkeren, zij het minder riant dan bij de beste concurrenten. Seat heeft zelfs aan de veiligheid gedacht. Stabiliteitscontrole is standaard en het model beschikt zelfs over zeven airbags (een knie-airbag voor de bestuurder maakt het verschil). We rekenen dus op vijf-sterren EuroNCAP -score.
We reden met de 170pk sterke 2-liter dieselcentrale, gekoppeld aan een handgeroerde zesbak. Overigens heeft elke Exeo recht op zes verzetten. Het motorblok heeft veel betere eigenschappen dan de pompverstuiver die hij vervangt. Toch kan je bij de concurrentie producten vinden die soepeler en stiller zijn. De Exeo presteert wel opvallend goed; een sprint in 8,4 tellen en een top van 229km/u kwalificeren als ‘puik'. En een verbruiksgemiddelde van 5,9l/100km is al helemaal geen reden tot klagen. De ingenieurs van het merk (die overigens zo goed als allemaal Duits spreken) hebben wat gerommeld met dempers, stabilisatorstangen en eindelooprubbers om de Exeo een snediger stuur- en weggedrag te geven. Het spook van de A4 blijft echter rondwaren - de Exeo evenaart niet de efficiëntie van een fonkelnieuwe middenklasser en de voortrein is eerder lui. Voor de duidelijkheid; er is niets mis mee, alleen het frisse kantje ontbreekt.
Als iets een herbruik-operatie verteerbaar maakt, dan is het wel de prijs. De Exeo is in ons land verkrijgbaar vanaf € 22.290 (1,6 benzine Reference). Dieselen kan met de 120pk-editie al vanaf € 23.950. Bedragen die met scherp schieten naar de nieuwe A4. En de basisuitrusting is rijkelijk te noemen. In eigen huis klopt de Exeo ook nipt de Passat. En Seat zal de vier ringen-afkomst gebruiken om een hoge restwaarde en -bijgevolg- aantrekkelijke leasingtarieven af te dwingen. Er valt dus wel degelijk wat te zeggen voor een model dat VW-Audi-kwaliteiten in dit segment koppelt aan een aantrekkelijker prijskaartje. Alleen, was dat nu niet het bestaansrecht van de Skoda Superb?