Bij de commerciële lancering in januari 2009 zal de koper kunnen kiezen tussen een 1.0 benzinemotor en een 1.4 D-4D diesel. De eerste is goed voor 68 pk bij 6.000 tr/min en 91 Nm koppel bij 4800 tr/min. Hij wordt gevolgd door een manuele 5-bak of optionele 'Multidrive', een CVT-automaat (continu variabele transmissie). De diesel levert 90 pk bij een lage 3.400 tr/min en 190 Nm koppel bij 2.000 tr/min. Hier laat Toyota een manuele 6-bak volgen.
Als eerste namen we de 1.0 benzinemotor gevolgd door een CVT-schakelmechaniek. De schakelhendel van deze 'continu variabele transmissie' heeft naast de evidente 'D' ook nog een 'S'-stand en zelfs een 'B'-stand voor een verhoogde motorremwerking, wat eventueel in bergachtige streken nuttig kan zijn. Het kleine motortje toont zich alert en monter in stadsverkeer. De IQ schiet vlot weg en heeft geen enkele moeite om door het chaotische stadsverkeer van bv. Milaan - waar onze eerste kennismaking plaats vond - te woelen. Op de open weg merkt men wel al vlug de beperkingen van de benjamin, vooral dan bij het hernemen. Zoals dat bij automaten van het CVT-type gebruikelijk is, schiet de toerentellernaald bij het volledig intrappen van het gaspedaal meteen de hoogte in - tot 6.000 tr/min - waarna de wagen snelheid gaat maken. In dit geval vergt dat wat geduld, maar zodra de IQ op dreef is, kan hij vlot mee en geeft zelfs de indruk snel te zijn, zonder zich al teveel te moeten inspannen. Bij 160 km/u op de teller hebben we maar niet verder aangedrongen, al leek de 1.0 nog niet buiten adem. Belangrijker is dat de wagen verrassend stabiel blijft, heel aangenaam stuurt en bovendien nog mooi stil blijft ook. De Toyota-ingenieurs hebben echt prima werk geleverd voor wat de stuurinrichting betreft: eindelijk eens geen wazig en overbekrachtigd stuur! Het stuur ligt ook prima in de hand met een aangenaam dikke velg.
Toyota was vergeten voldoende dieselexemplaren aan te slepen voor de kennismaking - ze verwachten slechts 7% aandeel voor de dieselmotorisatie; 30% voor de Belgische markt - en bijgevolg trokken we andermaal de baan op met de 1.0 benzinemotor, maar ditmaal gevolgd door de handgeschakelde bak. Het motortje wist zich opnieuw te bewijzen, maar de keuze tussen beide schakelmechanieken ligt niet zo eenvoudig. De CVT werkt bijzonder comfortabel in de stad, maar toont zich minder geschikt op de open weg bij het hernemen. De manuele bak geeft de indruk met een krachtiger - beter trekkende - motor onderweg te zijn, maar heeft een hinderlijk 'gat' onderaan in de 2e, waardoor men er constant moet voor zorgen hoog genoeg in de toeren te blijven. Dat doet uiteraard afbreuk aan de milieuvriendelijkheid van deze rakker. Buiten de stad toont de 5-bak zich erg in zijn sas en laat de motor goed opklimmen in de toeren. Naast de toerenteller zit ook een schakelindicator - groene pijl naar boven of naar onder - maar wie zich daardoor laat gidsen komt nauwelijks vooruit. De indicator maant immers veel te vroeg aan tot opschakelen, waardoor alle fut uit het karretje verdwijnt en men vermoedelijk juist meer zal verbruiken dan de bedoeling is... In beide gevallen blijft de IQ aangenaam verrassen door een laag geluidsniveau - zowel wat wind- als rolgeluiden betreft - en een prettig stuurgevoel met achtenswaardige nauwkeurigheid.