Het koetswerk lijkt zich wonderwel te onttrekken aan de invloed van Vader Tijd. Het interieur is daar, vinden we, minder ongevoelig aan. Toch heeft Hyundai ook hier gekozen voor enkele bescheiden aanpassingen. De instapversies hebben een nieuwe stoffen bekleding gekregen, enkele materialen en knoppen werden opgewaardeerd en er is een nieuw type geïntegreerde radio (met een audio-aansluiting voor een MP3-speler). En in de tellerpartij werd de koelvloeistoftemperatuurmeter vervangen door een verklikkerlichtje. Minieme aanpassingen dus, en daardoor ontsnapt het model aan de binnenzijde niet aan z'n leeftijd. Maar het is nog steeds een comfortabele omgeving.
De boordplank werkt zich in een boog om de inzittenden en de middenconsole is naar de inzittenden gericht. Die wordt onveranderd geaccentueerd door een zilverkleurig kader. Het stuurwiel is enkel in de hoogte regelbaar, maar dat staat een bevredigende rijhouding gelukkig niet in de weg. Het stuur heeft een prettige diameter en goede velgdikte. En als bestuurder kan je je linkervoet kwijt op een goed gepositioneerde voetsteun. Wie niet al te groot is, parkeert z'n knieën echter tegen het onderste dashboardpaneel en dat is uiteraard minder bevorderlijk voor het comfort. Om over gevolgen bij een aanrijding nog maar te zwijgen. Tussen beide voorzetels zit een centrale armsteun die zelfs over een hoogteregeling (twee standen) beschikt. Onder de radio en onder de asbak zitten kleine bergvakjes, die met antislipmateriaal zijn uitbekleed, zodat ze een goed ‘nest' vormen voor de GSM. Het handschoenkastje is verlicht en heeft een correct volume. De portierbakken vooraan zijn ruim en kunnen 1,5 l drankflessen vastklemmen.