Hyundai's Tucson slaat spijkers met koppen. En daarom overleeft het model ook z'n vijfde levensjaar zonder noemenswaardige aanpassingen. Het merk spreekt weliswaar van een facelift, maar de wijzigingen aan het koetswerk (chroomstrip in bumper en op kofferklep, andere lichtmetalen velgen en drie nieuwe kleuren) en interieur (aangepaste stoffen) zijn zo klein dat ze nauwelijks merkbaar zijn. De dieselmotor krijgt een vermogensupgrade van 136 naar 150pk. Omdat die in ons land fiscale gevolgen heeft, weerhoudt de invoerder die enkel voor de vierwielaangedreven topversie. Die is normaal wat langzamer dan z'n tweewielaangedreven versie -die 75% van het cliënteel verleidt- maar weet dat verschil nu weg te werken. Een printer maak je van de Tucson niet, het model voelt zich -onder meer dankzij z'n comfortabel afgestelde onderstel- meer op z'n gemak bij een gezapige rijstijl. Dan laat hij ook een verbruik van minder dan 9 liter optekenen. Acceptabel, al blijft het rijbereik met +/- 550km aan de krappe kant.
Het interieur blijkt minder bestand tegen de tand des tijds, maar de rijhouding is bevredigend ondanks het ontbreken van een diepteverstelling voor het stuurwiel. De koffer slikt een royale 644l en de kofferklep laat zich geheel of enkel als achterruit openen. Deze 150pk sterke versie beschikt dan wel over vierwielaandrijving, z'n terreinambities beperken zich tot het wegrijden op een gladde ondergrond. De topversies gaan nog steeds voor een identieke prijs (net geen € 30.000) over de toonbank. De instapmodellen zijn deze maand € 500 duurder geworden. Dat heeft uitsluitend te maken met een opgewaardeerde veiliheidsuitrusting. Stabiliteitscontrole is voortaan standaard terwijl dat vroeger een optie van € 650 was.