De eerste open Saab dateert uit 1956, maar werd nooit in serie geproduceerd. Van de Sonett, aangedreven door een 3-cilinder tweetakt, bestaan slechts 6 exemplaren. De eerste echte Saab Convertible werd als prototype in de spots gereden tijdens de IAA 1983. Hij was gebaseerd op de Saab 900, die vijf jaar eerder debuteerde. Het duurde echter tot 1986 vooraleer de Saab Cabriolet zijn commerciële loopbaan aanvatte. Het was de vraag vanuit de Amerikaanse markt, die de Saab-directie kon overtuigen voor een serieproductie. De Europese autoliefhebbers namen geen genoegen met de Amerikaanse exclusiviteit en dwongen Saab tot andere beslissingen, zodat de Saab Cabriolet eind 1986 ook in andere landen kon besteld worden. In totaal vond de eerste generatie 47.000 kopers.
In 1994 zorgde de tweede generatie voor aflossing. Ze debuteerde in januari op het salon van Detroit (USA) en bood een ruimere achterbank, een veel beter geïsoleerde 3-lagige cabriokap en een verwarmde achterruit. In 1998 wisselde naam van 900 Cabriolet naar 9-3 Cabriolet. De productiecijfers verdubbelden van gemiddeld 7000 per jaar voor de eerste generatie naar 15.500 en zelfs 16.500 stuks. De derde generatie vierde première tijden het salon van Genève 2003. Tot op heden gaat ruim 15% van de totale Saab-productie op rekening van de Cabriolet. De wagen ziet er tijdloos elegant uit en heeft ruimschoots prestige en lange termijn kwaliteiten in huis om jaar na jaar nieuwe kopers aan te trekken.
Saab ontwikkelde zijn cabrio niet als tweede 'speelwagen' voor occasioneel gebruik, maar als een volwaardige vierwieler voor dagelijks gebruik. Hij wordt gekocht door individualisten die niet op zoek zijn naar een statussymbool, maar belang hechten aan een gezonde combinatie van sportiviteit en praktische waarden. De huidige 9-3 Convertible werd parallel ontwikkeld met de Sportsedan, waarvan hij vooral de frontpartij overneemt. Dat is anders dan bij de vorige generaties, waar hij afgeleid werd van de sedan. Dankzij deze nieuwe aanpak werd een hogere stijfheid van de koets mogelijk. Het designteam heeft het graag over een 'wrap around'-ontwerp, dat de inzittenden omsluit en dat de eenheid tussen exterieur en interieur beklemtoont. Ook bij de derde generatie vinden we het contactslot aan de versnellingsbak op de middentunnel. Deze Saab-eigenheid dateert al uit 1969. Best eigenzinnig, maar na een tijdje valt op hoe vaak je wel achteruit wegrijdt na het starten… en hoe praktisch dit wel is.
Voor Saab is het van bij de eerste generatie vanzelfsprekend geweest dat zijn cabrio een 'all season' wagen moest zijn. Deze doelstelling werd met elke generatie wat dichter benaderd. Bij het ontwerp van de kap werd ernaar gestreefd alle goede eigenschappen van een hardtop te behouden en te integreren in een softtop, die vanzelfsprekend veel minder weegt. Volgens designer Simon Padian wordt het ontwikkelen van een goede softtop een 'kunst', die bovendien de exclusiviteit van het luxesegment zal accentueren, nu velen opteren voor een 'plooibare' hardtop. De kap is 3-lagig opgebouwd, met 'fleece' als middelste laag. Het betreft een licht materiaal met goede thermisch- en akoestisch isolerende eigenschappen. De buitenste laag is eigenlijk zelf 3-lagig opgebouwd: 2 canvaslagen met daartussen butylrubber gesandwicht. De lichte interieurhemel sluit esthetisch aan bij de interieuraankleding en zorgt ook bij gesloten kap voor een 'open' gevoel. De kap wordt gespannen met behulp van 6 magnesiumbeugels, gelijk verdeeld over de lengte. Er zit een 'regengoot' aan de dakrand genaaid, die voorkomt dat er water in het interieur druppelt bij het openen van de portieren.
Het hydraulische mechanisme is waarschijnlijk het snelste dat momenteel op een 4-zit cabrio beschikbaar is: officieel volstaan 20” voor openen of sluiten, maar we maten zelf een nog betere tijd op! Voor nog meer cabrioplezier kan de kap al rijdend openzwaaien, voor zover het niet sneller gaat dan 30 km/u. Wie wat oefent met de afstandsbediening voor de centrale vergrendeling – ze werkt tot op 7 m van de wagen – slaagt erin de kap open te zwaaien net voor men instapt. Als het over functionaliteit gaat, verdient de 'CargoSet' een nominatie. Het is een automatisch systeem, dat de bak waarin de cabriokap verdwijnt tot minimale afmetingen verkleint wanneer de kap weer gesloten wordt. De kofferinhoud varieert van 235 l met open kap tot 352 l met gesloten kap.
Midden 2004 kreeg de Saab 9-3 SportSedan eindelijk een potente en moderne dieselkrachtbron, die hij zo lang moest ontberen. Sinds begin 2006 is deze ook leverbaar in het vooronder van de 9-3 Cabriolet. Volgens Saab-ingenieurs werd deze krachtbron met zuidelijke inborst – ze werd geboren bij de Fiat-groep, waar ze o.a. in Alfa’s weet te bekoren – eigenhandig ‘getuned’ om ze Saab-manieren te leren. De 1.9 TiD met 16-kleppen en 2e generatie common rail techniek (1600 bar max. inspuitdruk; tot 5 injecties per cyclus) brengt het tot 150 pk en 320 Nm koppel. Tussen 1750 en 3250 tr/min staan 90% van die maximum koppelwaarde ter beschikking. Dat is vooral het gevolg van de Garrett turbolader met lage inertie, intercooler en variabele geometrie voor de schoepen, zodat ook vanaf lage toerentallen behoorlijk druk kan worden opgebouwd. De motor is uitgerust met een onderhoudsvrije partikelfilter, dat zowat alle 1000 km de resten verbrandt bij een temperatuur van 600°C.
De 1.9 TiD wordt standaard geleverd met een manuele 6-bak, maar kan ook besteld worden met een 6 verhoudingen tellende automaat. Het is een prettige motor, die bijzonder goed harmonieert bij de Cabriolet. Hij toont zich zowel soepel als sportief, met een aangenaam en nooit opdringerig motorgeluid. De combinatie van de 150 pk diesel met de 6-traps automaat durven we aan te bevelen. Op elk ogenblik is er een zachte, maar parate krachtontplooiing voelbaar, die waar nodig met een kickdown-actie kan gemaximaliseerd worden. Bij de kwaliteiten van de actuele Saab 9-3 Cabriolet verdienen naast de degelijkheid van kap en mechanisme, het schitterende zitmeubilair, de goede stuurhouding en een overtuigende wegligging en dito stuurgevoel een speciale vermelding.