In het jaar dat België 175 jaar bestaat, viert D’Ieteren -dat we voornamelijk kennen als importeur van de merken van de VW-Group- z’n tweehonderdste verjaardag. Het bedrijf heeft immers fundamenten die nog ouder zijn dan die van de natie zelf. De afgelopen twee eeuwen groeide het bedrijf uit een wereldspeler die in 7 sectortakken en 115 landen actief is en 17.000 personeelsleden telt.
De beginjaren van D'Ieteren
Jean Joseph D’Ieteren zal het zich niet voorgesteld hebben wanneer hij in 1805, toen België nog onder Frans bewind stond, een eigen bedrijf opzette in een kleine werkplaats dicht bij het Brusselse centrum. Hij specialiseerde zich in het aanleveren van wielen aan gekende koetsenbouwers uit de omgeving, maar start al snel met het bouwen van volledige wagens. In 1830 stelt hij een tilbury (een kleine open koets voor twee personen, naar Brits ontwerp) voor op de Industriële Tentoonstelling. Het model krijgt lovende kritieken. In 1831 overlijd de oprichter van D’Ieteren, maar zijn twee zonden Adolphe en Alexandre nemen de zaak over. De jongste, Alexandre, trekt zelfs naar Parijs om zich te specialiseren in het tekenen en bewerken van schrijnwerk voor wagens. Hij vestigt zich in 1857 in een nieuw en ruimer atelier in de Nieuwstraat in Brussel. Alweer een generatie later zijn het de zonen van Alexandre, Alfred en Emile, die het familiebedrijf onderbrengen in werkplaatsen op de Steenweg op Charleroi.
De eerste carrosserie voor een motorvoertuig
Alfred en Emile voeren hun handel onder de naam “D’Ieteren Frères” en worden in 1884 leverancier aan het Nederlandse Hof. Vier jaar later leveren de broers, die dankzij Industriële tentoonstellingen in Brussel, Gent, Antwerpen, Amsterdam en Parijs en talrijke bekroonde ontwerpen faam verwierven, ook een wagen aan het Belgische hof. In 1897 leveren de broers al een eerste koetswerk voor een door een motor aangedreven wagen. Omdat de werkplaatsen intussen weer te klein geworden zijn, worden in 1906 nieuwe gebouwen opgetrokken in de Maliestraat nr. 50 in Elsene.
Lucien en Albert, de zonen van Alfred, nemen de fakkel over en kiezen resoluut voor het bouwen van koetswerken. Chassis van meer dan 100 gekende merken, waaronder Impéria, Minerva, Panhard, Renault, Peugeot, Delahaye, Mercedes en Hispano Suiza werden van een D’Ieteren koetswerk voorzien. In het totaal bouwde D’Ieteren een 6000-tal koetswerken, waarvan het bedrijf er de jongste jaren 20 van wist te localiseren. Na de eerste Wereldoorlog gaan de broers elk hun eigen weg. Na de beurscrash van 1929 stapt Lucien uit de ambachtelijke koetswerkmakerij (een luxeproduct) en staat hij in voor de vertegenwoordiging van Amerikaanse auto’s en vrachtwagens als Studebaker, Pierce-Arrow en Auburn en Rockne. Om de zware douanerechten te omzeilen start het bedrijf met de assemblage van chassis en koetswerken voor verkoop op de Belgische markt. De Tweede Wereldoorlog zorgt voor een onderbreking van de activiteiten, maar niet voor een koerswijziging.
Volkswagen en D'Ieteren
Pierre D’Ieteren weet als zaakwaarnemer van de vijfde generatie het Duitse VW te strikken en mag vanaf 1948 de Kever in ons land verdelen. Om de gebouwen in Elsene vrij te maken, wordt een terrein in Vorst gekocht waar de assemblage van Studebakers, al snel gevolgd door de eerste VW’s, kan voortgezet worden. In 1950 mag Pierre D’Ieteren ook Porsche invoeren.
De jaren zestig staan in het teken van de diversifiëring. Het bedrijf richtte eind jaren 50 al een onderneming op in Belgisch Kongo en vult die activiteiten aan met onder meer een verzekerings- en financieringsonderneming. Een afdeling voor verhuur verwerft intussen ook de Belgische vertegenwoordiging voor het Amerikaanse verhuurbedrijf Avis.
In 1970 verkoopt D’Ieteren de fabriek in Vorst aan Volkswagen. In 1975 volgt Roland D’Ieteren z’n vader, die in een ongeval is omgekomen, op. Gradueel verwerft de onderneming de exclusieve importrechten van de merken Audi (1974), Seat (1984), Skoda (1992), Rolls-Royce en Bentley (2000) en Lamborghini (2001). D’Ieteren Sport importeert sinds 1975 Yamaha en sinds 1982 MBK. In 1989 verwerft de D’Ieteren ook het hoofdaandeelhouderschap van Avis Europe. Daarmee krijgt de onderneming het statuut van een internationale groep, en is ze actief in onder meer Afrika, het Midden-Oosten en Azië. De laatste acquisitie is Belron, beter bekend onder de merknamen Carglass en Autoglass en wereldwijd de nr. 1 in de herstelling en vervanging van voertuigbeglazing. Die onderneming staat sinds 1999 onder de controle van D’Ieteren.
D'Ieteren Gallery
Ter gelegenheid van het dubbele eeuwfeest van D’Ieteren, opende het bedrijf in z’n vestiging in de Maliestraat 50 te Elsene een tijdelijke tentoonstelling. Die geeft op een oppervlakte van niet minder dan 4000m² en met meer dan 100 markante voertuigen een beeld van de geschiedenis van de importeur. De expositie is te bezoeken van 26 maart tot 1 april, van 4 tot 8 april, van 22 april tot 6 mei en van 28 mei tot 8 juni (met uitzondering van 25 april, 30 april en 31 mei). De geheel vernieuwde D’Ieteren Gallery, die normaal niet eens voor het publiek toegankelijk is, kan bezocht worden van 10 tot 16u voor € 4 per persoon. D’Ieteren schenkt de inkomsten aan het Belgische Rode Kruis.