Het avontuur was een onmiddellijk succes. Al in het tweede bedrijfsjaar maakte Kimber een speciale auto met een aangepast chassis, een geprepareerde motor en sportieve eigenschappen. Bij de eerste deelname aan een autosport evenement ging het model als eerste over de finish. De winnende auto die de koosnaam “Old Number One” kreeg, werd jaren later door de constructeur teruggekocht.
In 1924 werd het octagon geregistreerd als handelsmerk, met de letters MG als de initialen van zijn eerste bedrijf, Morris Garages. In 1927 al werd de productie overgeheveld naar een nieuwgebouwde fabriek aan de Edmund Road in Cowley. Een jaar later werd MG officieel afgesplitst van Morris Garages en werd gestart met de ontwikkeling van twee nieuwe modellen die later dat jaar zouden worden uitgebracht. De eerste was de MG 18/80, uitgerust met een zescilinder van 2,5l en leverbaar in verschillende open en gesloten uitvoeringen, de tweede was de MG Midget. Die was gebaseerd op de Morris Minor en zo’n groot succes dat moest worden uitgezien naar een nieuwe fabriek. Dat werd de Pavlova Leather Company fabriek in Abingdon on Thames. Dat is vlakbij Oxford gelegen en werd het nieuwe huis van MG voor de volgende 50 jaar. In de daarop volgende periode ontwikkelde MG zich tot een van de meest sportieve merken van de UK.
In 1935 werd de MG Company overgenomen door Morris en in 1941 werd de Abingdon fabriek omgebouwd voor oorlogsproductie, zonder MG’s oprichter Cecil Kimber die zich niet kon aanpassen aan de gewijzigde procedures in oorlogstijd. In 1945 kostte een tragisch treinongeluk hem het leven.
De productie van de verschillende modellen werd na de oorlog al snel hernomen. Een nieuw model, de MG TC werd uiterst populair. Het was een model met een onafhankelijke wielophanging dat ontwikkeld werd door een jonge ingenieur; Alec Issigonis. Het was de eerste MG die in grote aantallen werd geëxporteerd naar de VS. Begin jaren ’50 trad MG toe tot de BMC group en in 1955 werd de MGA gelanceerd. Dat was tot dan het meest succesvolle productiemodel, met een productie van meer dan 100.000 stuks tot 1962. Daarna kwam de MGB. Daarvan werd eind jaren 60 een speciale reeks van slechts 9000 stuks gebouwd, voorzien van een zescilindermotor en herkenbaar aan de MGC-typeaanduiding.
Dan bleef het stil rond MG, na het samengaan van BMC-Leyland, totdat in 1973 de MGB GT V8 met een 3,5l Rover V8-motor het levenslicht zag. De Midget werd in 1979 uitgewuifd na een productie van 225.000 stuks. Nog succesvoller was de MGB waarvan in totaal 513.000 exemplaren van de band liepen. Daarop wist MG alweer jaren nauwelijks nieuws te melden, tot in 1982 de merknaam verscheen op het Metro-model van een zustermaatschappij. Er verschenen ook MG-versies van de Metro en de Montego, maar enkel de MG 6R4 rally-auto uit 1984 (met een V6 middenmotor en vierwielaandrijving) was opzienbarend. In 1991 kwam ook aan dit tijdperk een eind. Achter de schermen werd gewerkt aan enkele projecten, waaronder een compacte tweezitter met middenmotor die zou worden aangedreven door een 1.8l K-series motor van de Rover Group die intussen eigenaar van het merk was geworden. Voor de introductie daarvan werd de groep ingeschreven op het actief van BMW, na alweer een eigenaarswissel en financiële perikelen. Het jaar daarop, in 1995, werd de MGF geïntroduceerd op het Autosalon van Genève. Een model dat zowel in de UK als op het Europese vasteland uitgroeide tot één van de meest succesvolle cabrio’s ooit.
De laatste bladzijde in de geschiedenis van het merk begint op 9 mei 2000 als het tijdelijke (maar nog steeds geldende) Phoenix Consortium het door BMW afgestoten MG-Rover overneemt. In een poging om met weinig budget de geldende modellenreeks uit te breiden, verschijnen dan MG-versies van de Rover 25, 45 en 75 op de markt en wordt het aanbod van de MGF, intussen vernieuwd en omgedoopt tot MG TF, uitgebreid. Recent wist MG alweer een nieuw model aan het gamma toe te voegen; de MG XPower SV, die met een maximaal vermogen van 965pk (enkel op vraag) de krachtigste MG ooit is. Sinds Phoenix in 2000 eigenaar werd van MG, slaagt het consortium erin jaar na jaar het verlies te halveren. Daardoor zijn de vooruitzichten, niet alleen voor MG, maar ook voor Rover, voor het eerst sinds lange tijd weer wat rooskleuriger.