Dat er een drastische omschakeling in het autolandschap aan de gang is, hoeven we allicht niet meer te herhalen. Maar dat Volvo geen breaks meer zou aanbieden.... echt?
Officieel wordt er niet veel gezegd over Volvo’s recente aversie voor breaks. Maar op de Britse markt wordt het al uitgesproken. Toch even bij gaan zitten. Volvo was immers een pionier. Akkoord - er waren in de jaren zestig en zeventig al wat merken met een stationwagenvariant van de klassieke vierdeurs Berline, maar die waren moeilijk ‘au serieux’ te nemen. Tot Volvo zich ermee ging moeien.
The perfect match
Geen toeval dat de praktische break zeer goed past bij het Zweedse Volvo. Rationeel, praktisch. Maar ook robuust en veilig. De veeleisende, hoogopgeleide goedverdiener die op zoek is naar ruimte en luxe. Volvo voelde een markt voor een break.
Er was eerder, in een ver verleden, al een Volvo Duett of Amazon break. Maar de echte coole Volvo break ontstond in de seventies. Eerst was er de 145, nadien de 245 of de 740 enzovoort. Erg hoekig, zeg maar bot afgekapt. Maar steeds met een zekere elegantie. Je kon er overal mee komen, uitstapje naar de Ardennen, een managementvergadering of een shoppinguitje bij Ikea.
De vaste ingrediënten waren stevigheid, praktisch, ruim, en wie wat meer wou betalen, kreeg een luxueus aangeklede versie. Er kwamen zelfs enkele uitgesproken sportieve varianten, zoals de 850 T5.
Een iconische baksteen
Keuze genoeg, maar de ultieme volvo break is toch de 240 break. Hier mag je de versleten term ‘legendarisch’ gebruiken. De 240 break kwam je vanaf de jaren ‘70 in vele uithoeken van de planeet tegen. Meestal met een ‘simpele’ onverslijtbare twee liter, een 97pk sterke benzinemotor met carburator, en later de 123 pk sterke injectiemotor. Voor de luxueuzere 260-modellen was er een 2.7 liter V6 met 140 pk. Later ook een diesel (van VW) en nòg later een knappe turboversie met 155pk.
Die 240 break startte bij Volvo een heel verhaal. In de jaren tachtig was het de 700-reeks en de jaren negentig was het de 850 die zich lieten opmerken. En wat te denken van de gedistingueerde 760 - een echte luxebreak. Allemaal auto’s die niet alleen de hierboven al aangehaalde praktische eigenschappen etaleerden, maar zich ook als echte kilometervreters opwierpen. Daarvoor hadden ze een geheim wapen: Volvo had destijds uitzonderlijk goede zetels. Een groot aantal Volvo break reed in Gent van de band.
Gebouwd voor de eeuwigheid?
Snedig kon je Volvo’s niet noemen. Vooral vroegere exemplaren reden een beetje als een dronken eend. Maar ze verteerden wel slechte wegen, woeste omstandigheden of slecht weer met groot gemak. Het soepele, gezapige karakter kon je extra in de verf zetten door de handbediende versnellingsbak te vervangen door een automaat. Volvo was er als de kippen bij om aircondition, tractiecontrole of cruise-control aan te bieden. En het bleef allemaal werken. Een reis kon best een half miljoen kilometers lang zijn. De motorblokken, de versnellingsbak of het differentieel durfde na verloop van tijd wat olie lekken, maar bijna alles gaat wat lekken vanaf middelbare leeftijd, toch?
Volvo’s bleven soms erg lang in productie. De 240 werd zelfs 16 jaar. En ook later bleef het vierkante lijnenspel behouden. Tot pakweg 2016. Pas met de huidige V90 en V60 werd het achteraan minder hoekig.