Wie het gamma van Ford (en niet alleen Ford) van het vorig decennium bestudeert, zal merken dat zowat alles overhoop gegooid is. Er zijn geen zekerheden meer. Geen Mondeo meer. En binnenkort ook geen Focus of Fiesta meer.
Ford was een allemansvriend. Zowel de huisvader, de veelrijdende zakenman of hobbyklusser vond probleemloos een goede en betaalbare vierwieler. En Ford wou ook de sportieveling naar z’n showroom lokken. Voor wie het graag wat wilder wou, had Ford ook iets moois in petto. Niet alleen een Mustang of GT(40) of XR-reeks. De exclusieve ST-reeks mocht ook gezien worden.
Globalisering avant la lettre
De Ford Mondeo (Mondeo zoals mondiaal) van de jaren ‘90 moest een ‘wereld’auto worden. De slimme massaconstructeur wou één keer een auto ‘degelijk’ op punt stellen en vervolgens VEEL verkopen, in alle uithoeken van de wereld (Europa, Noord Amerika, Australië).
Keerzijde van dit winstgevende model was dat het resultaat erg behouden, ronduit anoniem oogde. Dat kon evenwel verholpen worden door een opvallend, sportief scheurijzer toe te voegen. Best in een speciaal kleurtje. Dan kon de Mondeo wel opvallen.
Voordien was er al de Sierra Cosworth. Die had al mooie adelbrieven. In de jaren ’90 was het aan de Mondeo. De gewone verkocht als zoete broodjes, ondanks z’n generische design. De toenmalige fabriek in Genk draaide overuren. Nu nog wat extra peper en zout toevoegen. De wakkere autobouwer weet dat er een rechte lijn is van de knappe overwinning op zondag op het circuit, naar de klant die op maandag in je showroom komt kijken.
Een opwindend scheurijzer
Voor de nieuwe Mondeo had Ford begin jaren ‘90 de lat erg hoog gelegd. Bij z’n introductie werd de Mondeo geroemd om z'n uitstekende rij-eigenschappen. Dit goed uitgebalanceerde chassis bood meer mogelijkheden dan een gewone boodschappenauto met een bescheiden motor. De specialisten die eerder al de Sierra Cosworth of Escort RS hadden gerealiseerd, tekenden alweer voor een heuse krachttoer. Dat werd de ST-reeks, Sports Technology.
Bij het ontwerpen van de Mondeo werd daar al rekening mee gehouden. Onder de motorkap van de Mondeo paste zowel een bescheiden viercilinder lijnmotor overdwars, tot een V8 in de lengte. De eerste sportieve versie verschijnt in 1994. Voor de liefhebber krijgt de Mondeo dan eindelijk de motor die hij verdient: de 2.5 V6 Duratec met 24 kleppen. Die zescilinder leverde 170pk en zou nog een lange carrière tegemoet gaan. Twee van deze Ford V6-motoren vormden de basis voor Aston Martins V12. Het zegt vooral veel over hoe goed het basisontwerp van de motor was. Voorts wat extra spoilers en bredere banden. Aan de binnenkant was er nog steeds een gewoon dashboard, met enkele extra metertjes, maar geen overdaad. Wel goede Recaro-zetels.
Nog een stapje verder
Maar het mooiste moest nog komen. In 1999 kwam er een nog snellere versie: de Mondeo ST200. Het chassis werd nog wat strakker getrokken en subtiel (15mm) verlaagd. De ST200 beschikte over 205 pk, was uitsluitend leverbaar met een handbak. En kon besteld worden als sedan, liftback en zelfs als stationwagon. Deze krachtbron vond je ook in diverse Jaguars (toen nog eigendom van Ford), en niet in de basismodellen.
“Je zal 'm niet makkelijk in het wild spotten”Niet veel later stond er bij Ford ook de ST 250 klaar. Maar dit pareltje is bij een concept gebleven. Deze kreeg een 3.0 motor van Amerikaanse makelij, onder handen genomen door de specialisten van Prodrive. Resultaat: de 8-cilinder werd voorzien van een Eaton mechanische compressor die 226 pk uitbraakte, doorvlamde naar 245 km/u en accelereerde naar 100 km/u in 7,1 seconden.
Snelheid én comfort
Maar vooral z’n zijdezachte rijcomfort was de grootste verrassing. Ongezien soepel rijden, eerder glijden. Geen spartaanse vering en demping. Er werd hard aan gewerkt om de vele motoronderdelen maniakaal af te wegen. Het inlaatsysteem werd geoptimaliseerd zodat de lucht met minder weerstand werd aangezogen. En ook bij het uitlaatsysteem met dubbele pijpen was er minder weerstand. De beschaafde sportklank was mooi meegenomen. En het dubbele vliegwiel zorgde voor een minimum aan trillingen van de motor op de transmissie. De minste aanraking van het gaspedaal resulteerde in een enthousiaste reactie. Deze motor klom zo vlot in de toeren dat de toerentalbegrenzer geen overbodig gadget was. Maar helaas zag deze ‘M3-killer’ nooit het levenslicht. Hij kwam te laat. In 1999 was de eerste Mondeo namelijk aan het einde van z’n cyclus. Jammer.
Een collectors item
De Mondeo bevestigde dat er van een gewone Ford méér te maken was dan alleen een keurige boodschappenwagen of gezinsauto.Het RS-of ST-label bewees z’n nut.
Als je een jonge hooligan was, ging je voor de Fiesta ST. Bij de komst van het eerste kindje kon je opteren voor een Focus ST. Maar de huisvader die voor het meest straffe wou gaan, droomde van de Mondeo ST. Die had een koffer en bood plaats aan meerdere kinderen. Een hebbeding dat zonder twijfel goed verzorgd werd. Je zal dit collectors item niet zo makkelijk in het wild kunnen spotten.