Bizar. Geen plek op Aarde waar de open sportwagen beter kon floreren dan op die natte, kille Britse eilanden. Rare jongens, die Britten, met hun heerlijk nostalgische roadsters. Nochtans, in de jaren ’80 leek dat tijdperk helemaal voorbij. De GTI’s schreeuwden om aandacht.
Tot plots, in 1989 de open Mazda MX-5 op het toneel verscheen. Vele petrolheads en marketingdiensten in de diverse auto-hoofdkwartieren werden wakker geschud. Vooral de Britten konden dat niet zomaar laten gebeuren.
Knaldrang
Maar in die periode lag de Britse automobielindustrie op de afdeling palliatieve zorgen. Vele Britse merken waren uitgedoofd. Rover was het enige betaalbare Bitse merk dat nog in leven werd gehouden. Eerst door Honda, nadien was BMW de baas. Maar in 1995 verscheen, zowat tussen de machtsoverdracht van Honda naar BMW, nog een roadster die helemaal op rekening van de echte Britten mocht geschreven worden. Ze zagen een kans om tussendoor nog eens ferm hun goesting te doen. Als de boot dan toch onherroepelijk aan het zinken was, dan liever feestend ten onder gaan.
Na de saaie Honda-Rover modellen kwam dus een sportiever en speelser voertuig. Welke badge op deze nieuwe roadster kleven? De Britten hadden keuze te over. Rover, Triumph of MG? Uiteindelijk bleek MG toch de rechtmatige benaming. Vandaag kennen we MG als een Chinese producent die mee wil met de (saaie) trend van elektrische crossovers met een lange laadtijd en een kleine actieradius. Niemand wordt daar warm van. Het echte MG was eigenlijk al in 1980 gestopt, maar had met z’n traditie van knappe roadsters erg mooie adelbrieven.
Vorm boven functie
In 1995 werd met gepaste trots een nostalgische open tweezitter met een klassiek stoffen dak gepresenteerd. Met een lengte van 3,91m, amper 1,26m hoog en een wielbasis van 2,37m was dat een terugkeer naar het silhouet van de vroegere MG-roadsters. Compacte auto. Niks functioneels, nauwelijks kofferruimte, geen achterbank, hard afgeveerd. De nieuwe MG F lag laag bij de grond maar oogde duidelijk wat stoerder. Vooral z’n achterkant met brede achterlichten. Die dikke achterbouw was nodig om de luidruchtige motor net voor de achteras te kunnen huisvesten. Met een middenmotor en achterwielaandrijving stijgt de funfactor. Een echte roadster moest uitblinken met een heerlijk rijgedrag. Daarom hadden de Britten een innovatieve gasvering, hydragas, uitgedokterd. Dat was uniek voor roadsters in de prijsklasse van de MG F. De hydragasvering zorgde voor een heerlijk rijgedrag dat je alleen bij veel duurdere coupés vond.
Het uiterlijk: een schot in de roos
Bij de vroegere Britse spiders was luxe of comfort onbestaande. De nieuwe MG F ging evenwel mee met z’n tijd. Geen spartaanse uitrusting meer, maar alle nodige toebehoren, verpakt in een elegant interieur met knappe stijlkenmerken: het MG-logo midden op het dashboard, roomwitte wijzerplaten en het analoge klokje op de middenconsole stonden goed. Het zag er allemaal knap en stijlvol uit. En een charmant lijnenspel. Grote ronde koplampen, luchthappers achter de deuren, een stoffen kap.
Hij kreeg de 1.8 liter met 16 kleppen en 120pk - een motor die door de Britten in zowat alle modellen werd gelepeld en een degelijke reputatie had. Als goed gestroomlijnd lichtgewicht ging de MG F makkelijk boven de 190 km/u en accelereerde die in 9,2 seconden van nul naar honderd. Omdat je laag bij de grond zat, leek dat bijzonder snel.
Kort nadat de eerste MG F op de markt kwam, verscheen er nog een versie met een sterkere motor. Deze had een 1,8 liter VVC (Variable Valve Control) motor met 146 pk. En vanaf 2002 was er de MG TF. Niet alleen een facelift, maar vooral een nog krachtigere motor.
Liefde maakt blind
“Het echte MG was eigenlijk al in 1980 gestopt, maar had erg mooie adelbrieven”
Zoals bij veel Britse (betaalbare) vierwielers was het een prima technisch ontwerp met een charmant, stijlvol uiterlijk. Maar met helaas een ondermaatse kwaliteit. Niet voor perfectionisten die zich telkens ergeren aan dat kleine mankementje. Een MG-rijder is vooral gepassioneerd. Haren in de wind, zonnebril, sjaal om de nek en dankzij de goede gewichtsverdeling en een bescheiden gewicht (1000kg) een goede dynamiek. De motor, remmen, besturing en onderstel waren goed op elkaar afgestemd. Het geheel in een smakelijke verpakking, betekende voor meerdere autoliefhebber liefde op het eerste gezicht. Een grondige kwaliteitscontrole bij het verlaten van de fabriek had evenwel beter gekund.
Uiteraard kon de MG F geen hoge verkoopcijfers laten noteren. Dat was geenszins z’n doel. De nostalgische Britten wouden vooral nog ‘ns heerlijk zot doen. Afzwaaien in stijl heet dat.