Saab is helaas al een tijdje dood en begraven. En eigenlijk had het merk nooit een uitgebreid gamma of een erg opmerkelijke geschiedenis. Maar Saab was met z’n eerste auto met veel overtuiging een buitenbeentje. Niet verwonderlijk, de Saab 92 werd ontworpen door vliegtuigbouwers. En dat bleken best rare, eigenzinnige ingenieurs.
Eindelijk vrede
Na WO II leek het er dan toch op dat er een duurzame vrede zou komen in Europa. Goed nieuws voor velen, maar Saab (Svenska Aeroplan Aktie Bolag) wist het even niet goed meer. Ze waren specialist in de bouw van militaire vliegtuigen. Dan maar de switch van vliegtuigen naar auto’s maken. Dus de Zweedse vliegtuigingenieurs togen aan het werk om in hun hangars te Trollhättan hun eerste vierwieler te ontwerpen.
Het begon met een bizar prototype, Ursaab genaamd. Deze had opvallend grote lichten en vooral een zeer aerodynamisch ontwerp. Een cx-waarde van 0.30 was eind jaren ‘40 echt ongezien.
Een vloeiend geheel
“Het bleken best rare, eigenzinnige ingenieurs”De ontwerpers bleven heel kort bij de Ursaab om uiteindelijk de definitieve Saab 92 klaar te stomen voor z’n première in 1949. Een opmerkelijke presentatie: de hele carrosserie was één metalen plaat en vervolgens werden de twee deuren en motorkap er uit gesneden. Dat zorgde voor een apart design: de carrosserie was veel breder dan z’n wielen, die half verzonken waren. Voorts: een voorruit in twee delen en de eerste reeksen van de Saab 92 hadden geen aparte kofferklep. De carrosserie moest zoveel mogelijk één vloeiend geheel vormen.
De motor was een erg bescheiden tweecilinder. Een gorgelende tweetakt van 764cc met amper 25pk die de voorwielen aandreef en met moeite boven de 100km/u raakte. Watergekoeld en dat was al heel wat in die tijd. Slechts drie versnellingen, waarvan de eerste niet-gesynchroniseerd was. Lang niet abnormaal in die periode.
De verf moest op
Klanten kregen zeker geen keuzestress wat de kleur betrof. De Saab 92 kon maar in één kleur geleverd worden: donkergroen. Saab, het voormalige vliegtuigbedrijf, had nog veel donkergroene verf op overschot. Dat was de camouflagekleur van de (militaire) vliegtuigen in de oorlogsjaren.
De Saab 92 werd meteen ingezet in rally’s, het was de hoofdingenieur Rolf Mellde die in 1950 deelnam aan de Rally van Zweden, waar hij meteen tweede werd in zijn categorie. Het geruststelllende bewijs dat de eerste Saab heel stevig en betrouwbaar bleek.
Saab was gelanceerd
Blijkbaar waren de Zweden erg fier op hun eerste worp. De Saab 92 werd regelmatig bijgeslepen. Dat resulteerde ondermeer in een elektrische benzinepomp, een stoffen schuifdak en in 1953 kreeg de 92 een groter achterraam, meer bagageruimte en meteen ook een heus kofferdeksel. Stilaan waren er ook meerdere kleuren mogelijk, zoals exotisch zwart.
Vanaf 1955 begon de export (langzaam) op gang te komen. Om die export te ondersteunen, kwam er nog een variant: de Saab 93. Het grootste verschil was dat de 93 een extra cylinder kreeg, drie cilinders dus en 33pk.
Begin 1957 werd de laatste 92 gebouwd. De teller stond dan op iets meer dan 20.000 exemplaren. Niet veel, maar Saab had de smaak te pakken en bleef verder borduren op dit concept.
Lekker eigenwijs
De Saab 92 zette meteen de lijnen uit. Het Zweedse merk wou geen massaconstructeur worden maar profileerde zich bewust als een individualistisch merk met rare kronkels. Met slimme vondsten en een aparte stijl. Een auto voor hoger opgeleiden,die goed verdienden en het vrije denken wouden cultiveren. Saab-adepten kozen bewust voor iets aparts dat je niet op elke straathoek tegenkomt.