In de jaren ’80 was Audi volop in de weer om Mercedes en BMW bij te benen. Het merk met de vier ringen was op zoek naar meer uitstraling en présence en had dus nood aan modellen met dat tikkeltje meer luxe en exclusiviteit. De toenmalige Audi 80 stak wat bleek af tegenover een BMW 3 of de Mercedes 190. Zoals er naast de Audi 100 ook een meer luxueuzere 200 was, kwam er naast, eigenlijk boven, de 80 een 90.
Een trapje hoger
De eerste generatie Audi 90 verscheen in 1984. Hij kreeg de hoekige carrosserie van de toenmalige 80, met wat dikkere bumpers, de bredere koplampen (met verstralers) van de duurdere Audi Coupé, mistlampen en de achterlichten kregen een doorlopend stuk oranjekleurig plastic. Met die opsmukjes en wat extra chroomstrips wou Audi z’n middenkklasser upgraden en chiquer presenteren dan een gewone 80.
Ook technisch moest de 90 een trapje hoger staan. De duurdere versie was zowel verkrijgbaar met voorwielaandrijving, alsook met de 4x4, quattro. Deze laatste stond iets hoger op z’n poten.
De klant had de keuze uit twee (benzine) vijfcilinders: de 2.0 (115pk) of de 2.2 (136pk). Een logische keuze, in tegenstelling tot de bekende 1.6 turbo diesel met amper 70pk. Dat was een erg valse noot in de ambities. De knapste en duurste Audi 90 met de 2.2 (136pk) voorzien van quattro-aandrijving, kon zonder verpinken z’n wielen naast de BMW 3 of Mercedes 190 zetten.
Tweede generatie
In 1986 werd de geheel nieuwe Audi 80 gepresenteerd. Een jaar later kwam ook de nieuwe 90, met alweer iets dikkere bumpers en bredere koplampen (incl verstralers en mistlampen) en de achterlichten kregen opnieuw een doorlopend stuk oranjekleurig plastic. Met deze generatie deed de aandacht voor aerodynamica volop z’n intrede bij Audi. Geen hoekig design meer, maar een vloeiend en wat bolle presence. Audi wou nog meer focussen op degelijkheid en veiligheid. Daarom het nieuwe procon-ten: een staalkabel was aan de motor bevestigd en liep door de auto richting de gordels en om het stuurhuis heen. Bij een frontale aanrijding werd het motorblok naar binnen gedrukt, trokken de gordels samen en trok het stuur zich van de bestuurder weg.
Baanbrekend in de eighties
In de jaren ’80 hadden vele merken nog een acuut roestprobleem. Audi maakte daar helemaal komaf mee vanaf 1986 door de 80 en 90 te voorzien van een volledig met zink gegalvaniseerde carrosserie, waardoor roest volledig was uitgebannen. Alweer was Audi een trendsetter en kon gerust 10 jaar garantie geven tegen doorroesten.
Klinkt allemaal mooi, maar wie nu de verkoopfolder van de Audi 90 destijds naleest, zal een grijnslach niet kunnen onderdrukken. In de jaren ’80 kon je nog uitpakken met termen als een compleet dashboard MET toerenteller, hoofdsteunen voor en achter of van binnenuit te bedienen buitenspiegels. Voorts ook lichtmetalen velgen, luxueuzere zetels, met leder bekleed stuurwiel. Toen was dat baanbrekende luxe en vernieuwend.
Prestaties werden belangrijk
Ook bij de tweede generatie Audi 90 was er de trouwe vijfcilinder 2.0. De 2.2 werd vervangen door een 2.3 met 136pk, vanaf 1989 ook een variant met 20 kleppen. Met deze soepele en krachtige vijfcilinder met 170pk was de Audi 90 helemaal top. Maar opnieuw was er de amechtige 1.6 turbodiesel met intussen 80 pk. Het was nog even wachten op de betere TDI’s.
In de VS maakte de Audi 90 furore met een verpletterende dominantie in de IMSA GTO-Championship. Met de sterk opgepepte 2.2 vijfcilinder met 720 pk, Quattro-aandrijving en klinkende namen als Hans-Joachim Stuck en Walter Röhrl achter het stuur, maakte Audi de Amerikanen op eigen terrein belachelijk.
Een leven in de schaduw
“Audi had nood aan modellen met dat tikkeltje meer luxe en exclusiviteit”In 1991 kreeg de toenmalige 80 een facelift. Hij werd wat langer en stoerder, meteen ook het einde van de 90. In z’n korte carrière was de Audi 90 toch even een knappe, luxueuze verschijning met een feilloze afwerking. De 90 heeft sterk bijgedragen aan de imago-boost voor Audi. Alhoewel het verschil met de gewone 80 nooit echt groot was.
Ach ja, sommige problemen zijn leuk om te hebben: zou ik een Audi 80 of 90 kopen? Het merendeel koos voor de 80. De eerste generatie Audi 90 klokte af op 129.068 exemplaren. De tweede generatie: 141.809 stuks. Da’s telkens ongeveer 1/10-de van de klassieke 80.