Peugeot heeft een knappe traditie van succesvolle stadsautootjes. Succes vraagt erom uitgemolken te worden. Daarom zag je een 205, 206 of andere succesnummers zowel als een bescheiden, zuinige boodschappenauto als diesel of als een sportieve GTI, maar ook als cabrio. De 206 die in 1998 gelanceerd werd had evenwel nog wat extra in petto. Een cabrio-variant, maar net even anders.
Twee in één
Tegelijk coupé en tegelijk cabrio. Klonk goed: twee auto’s in één. Een coupé waar het ook in de winter lekker warm was en een leuke cabrio voor de warme zomermaanden. De oplossing was het stalen klapdak. De erg krappe achterbank en haast onbestaande koffer leek geen bezwaar.
Deze ‘speciale’ 206 begon in 1998 als een show-concept op het autosalon van Genève. Peugeot onthulde het 20(hartje)-concept. Goed gezien van Peugeot, in ‘t Frans klinkt ‘vingt coeur’ als ‘vainqeur’, een hartenveroveraar. De nieuwe sympathieke Peugeot-telg werd goed ontvangen. Peugeot moest niet twijfelen en enkele jaren later startte de productie. Niet in de fabrieken van Peugeot. De productie van dit nichemodel werd uitbesteed aan Heuliez, een Franse specialist van aparte modellen zoals cabrio’s of breaks. De specialisten van Heuliez toverden een knap staaltje techniek uit hun hoed: een elektrische pomp, vijf cilinders, vier pantografen en twaalf schakelmechanismes die met één centrale schakelaar bediend werden en in 25 seconden geschiedde de transformatie.
Geen primeur
In 1935 had Peugeot al de 402 Eclipse coupé. Een elegante rariteit waar het stalen klapdak op een heel complexe, ingenieuze manier kon weggevouwen worden. Maar het was toch een wereld van verschil en degelijkheid met de stalen klapdaken die in de jaren ’90 getoond werden. In die periode was Mercedes met z’n SLK (1996) de eerste. Dat was evenwel een dure cabrio voor de happy few. De Peugeot 206 CC (Coupé Cabrio) maakte dit concept bereikbaar voor een veel grotere groep liefhebbers.
Peugeot kon de extra kost binnen de perken houden. Ook het gewicht, al was de 206cc met z’n 1150kg nog altijd een pak zwaarder dan de gewone 206. De grootste uitdaging was om het stalen klapdak opgeborgen te krijgen. Ook het lijnenspel van de achterkant was een serieuze uitdaging. Lees: een onvermijdelijke plompe achterkant of dikke kont was het gevolg.
Geen drivers car, wel een hartenveroveraar
“Al snel reed zowat elke twintigjarige blondine in deze hartenveroveraar”De 206cc werd gelanceerd met een 1600cc met 16 kleppen en 110pk. Er was ook de grotere 2000cc met 138pk. Vanaf 2005 kreeg de 206cc ook een diesel, de 1.6HDI met 110pk. Dat was een statement van Peugeot om duidelijk te maken dat deze 206 niet alleen bedoeld was voor zonnige weekenddagen, maar dat je er in alle omstandigheden gerust mee kon buitenkomen. De 206cc was goed uitgerust. De klant verwachtte wat extra, geen gewoon basic model. De 206cc kreeg meer gadgets en luxe, zoals elektrische ramen en zijspiegels, vier airbags, stuurbekrachtiging, een verstelbaar stuur, ABS en sportstoelen.
De 206cc was gevoelig zwaarder dan de gewone 206. Vooral topzwaar. Z’n rijgedrag was maw niet z’n meest overtuigende argument. Oftewel lag het gewicht bovenop de auto, oftewel bovenop de achterwielen. Lastig om telkens de juiste rij-afstelling te kunnen garanderen. Ook z’n praktische bruikbaarheid was minimaal. Het stalen dak moest opgeborgen kunnen worden. Dus een 206cc had nauwelijks koffer of achterbank. Maar ach, dit coupeetje mikte vooral op het hart en wou vooral aaibaar zijn. En bij het mooie weer de haren in de wind.
Een vrouwelijk koperspubliek
En of het werkte. De 206cc werd een waar succesmodel voor Peugeot. Al snel reed zowat elke twintigjarige blondine in deze hartenveroveraar. Na één jaar waren er al 100.000 verkocht. Tijdens z’n zeven productiejaren was de 206cc telkens de best verkochte cabrio in Europa. Tot 2008 bleef de 206cc van de band lopen. En wegens succes zou er ook een opvolger komen: de (nog zwaardere) 207cc.
Gedurende vele jaren werd dit voorbeeld gevolgd. Vele Europese en Japanse concurrenten gingen aan de slag met het stalen klapdak. Maar plots was de hype overgewaaid. Vreemd, maar vandaag vind je haast geen stalen klapdaken meer. Wel nog enkele stoffen wegklapconstructies. Waar zijn al die cabrio’s naar toe?