Trends komen en gaan. Ooit was de MPV (Multi Purpose Vehicle) of ‘monovolume’ het hebbedingetje. Om God weet welke reden vond men in de jaren ’90 dat een auto over veel ruimte moest beschikken en dat het allemaal ‘moduleerbaar’ moest zijn.
Het Amerikaanse GM kreeg in de gaten dat Chrysler erg succesvol was met z’n Voyager. Het succes kon niet genegeerd worden. Zowel in Noord Amerika alsook in Europa, waar ook Renault sterk bezig was met de Espace. General Motors formuleerde een antwoord.
De meest opvallende MPV
Bij een MPV gaat alle aandacht naar de optimale benutting van de ruimte. Veel ruimte. Het gevolg is evenwel dat een MPV makkelijk vervalt in een erg saai design. Pontiac dacht daar anders over. Binnen de grote GM-groep mocht Pontiac veelal het buitenbeentje zijn. Niet alleen met enkele over the top sportieve exploten zoals de GTO, Firebird of Fiero, maar ook met z’n aparte en futuristische MPV.
In 1986 was er al een bizar futuristisch prototype, waarvan de achterste portieren in het plafond scharnierden. Vleugeldeuren dus, zoals vandaag bij de grote Tesla Model X. Die haalden de productie niet, maar de Pontiac Trans Sport die in 1989 werd voorgesteld, bleef toch erg dicht bij dat prototype. Vanaf 1990 vond de Trans Sport ook z’n weg naar Europa.
De concurrenten van de Trans Sport waren groot en vierkant en hadden het continu aan de stok met de luchtdichtheid. Deze Pontiac was al een veel betere luchtkliever. Die gladde en strakke lijn gaven de Trans Sport een uitgesproken futuristisch design. Hij viel op met z’n spitse neus, slechts één zijdeur achteraan, hooggeplaatste achterlichten, veel kunststof. Een immense en veelal reflecterende voorruit, ook rondom gefumeerd glas. Maar hij was ook erg praktisch. Hij had tot 7 zitplaatsen en een erg lange zijdeur, zodat je makkelijk op de achterste zetelrij kon geraken.
Een clever en dynamisch concept
Pontiac wou z’n MPV een dynamische toets geven. Terwijl de Voyager of Espace helemaal op ruimte en volume gericht waren, mocht de Trans Sport minder hoog zijn. Dat resulteerde in een uitgerokken, vloeiende lijn. Allicht zou niet iedereen z’n apart design smaken, maar de Pontiac was echt goed doordacht. Hij kreeg een space frame-chassis en een aantal niet-dragende onderdelen werden uit composietmaterialen vervaardigd. Veel kunststof, dat kon z’n gewicht nog in de buurt van 1700kg houden. Maar ondanks zijn plastiekerige ‘feel’ was het best een degelijk product, hij kreeg goede ratings voor degelijkheid.
In Europa kreeg de Trans Sport een (brave) 2.3 liter benzinemotor, een viercilinder met 138 pk. In de VS werden ze aan de man gebracht met een V6, variërend van 3.1 lit, 3.4 lit tot een 3.8 lit met 170pk.
Een kleurrijk spektakel
De Trans Sport wou opvallen, ook met z’n kleuren. Vele versies leken wel tweekleurig. De plastic bumpers en stootlijsten kregen bewust een andere kleur dan de carrosserie. Dat loste ook het moeilijke probleem van het laten overeenkomen de kleur van kunststof en gelakte onderdelen op. En dan waren er nog de getinte ramen. In profiel leek het alsof er slechts één volledig metalen stijl tussen de ruiten staat.
In 1994 vond Pontiac het nodig om de Trans Sport wat bij te schaven. Er kwam een elektrisch openglijdende achterdeur, de spitse neus werd minder scherp gemaakt en hij kreeg een dikkere voorbumper.
Pontiac heeft z’n MPV met succes in de markt kunnen zetten als de dynamische variant tegenover saaie luchtverplaatsers zoals de Voyager of Espace. Dat plezierde menig autoliefhebber. Ook de Belgische rijkswacht heeft er in de jaren ‘90 een tijdje mee gereden.
Aan elk mooi verhaal komt een einde
Voor z’n opvolger opteerde GM in 1997 helaas voor een saaie, flauwe monovolume. In Europa werd die als de brave Opel Sintra gelanceerd. In Noord Amerika werd dat de (iets langere) Chevrolet Trans Sport. Jammer dat GM niet verder wou gaan op dit dynamisch pad. Pontiac heeft het niet lang meer volgehouden. In 2010 deed GM definitief het licht uit bij Pontiac.