Vanaf het onstaan van Volkswagen in de jaren ’40 associeerde iedereen de VW’s met een luidruchtige luchtgekoelde boxermotor die achteraan gemonteerd was. Degelijk, maar na vele generaties toch sterk verouderd. VW besefte dat ook. In 1970 verscheen dan eindelijk een moderne Volkswagen. De K70 had de eer om de eerste VW te zijn die echt anders was. Moderner. Met een watergekoelde lijnmotor vooraan en voorwielaandrijving. Het was evenwel een bastaard.
NSU, sterk in dromen
De K70 was niet ontworpen door VW, maar was een NSU-concept. Bedoeld om onder de revolutionaire Ro80 te vervangen. NSU was altijd goed in plannen maken en dromen. Bij het ontwerpen van de K70 werd zelfs gedacht aan een break en een cabrio.
Helaas bleek de revolutionaire Ro80 de nagel aan de NSU-doodskist. Een knap, gedurfd model maar de wankelmotor bleek een fiasco en bracht NSU in erg zwaar weer. NSU werd ondergebracht in de Duitse Auto Union, de voorvader van Audi, met het gevolg dat de fonkelnieuwe en conventioneel opgezette NSU K70 getransformeerd werd tot een Volkswagen. Hij mocht z’n NSU-benaming nog behouden. Bij de Ro80 staat de Ro voor rotatiemotor en bij de K70 staat de letter voor Kolben- of zuigermotor en 70pk.
Een moeilijke bevalling
Reeds in 1965 begon NSU met de ontwikkeling. De K70 zou worden gepresenteerd in maart 1969 op het autosalon van Genève. NSU zat goed op schema. Er waren reeds 23 pre-serie K70’s met een NSU-badge gebouwd en helemaal klaar om getoond te worden. Aan de vooravond van z’n première verwierf VW evenwel de totale controle over NSU en Auto-Union. Nieuwe bazen, nieuwe wetten en de nieuwe NSU’s werden net voor de salondeuren opengingen van de beursvloer geplukt. VW wou nog z’n stempel drukken, meer dan gewoon een VW-logo er op plakken.
De productie van de K70 gebeurde op bevel van VW niet in de NSU-fabriek te Neckarsulm, maar werd overgeheveld naar de nieuwe VW-fabriek te Salzgitter. Door dat gedoe achter de schermen werd z’n lancering een jaartje uitgesteld en pas in de zomer van 1970 mochten de VW-dealers een K70 showen.
Vreemde eend in de VW-stal
Bij VW was alles bol en rond in die tijd. De K70 kon geen groter contrast zijn, zowel uiterlijk als innerlijk. VW had naast de onsterfelijke Kever ook nog z’n 411/412. Groter en nog met de degelijke, maar ouderwetse en luidruchtige luchtgekoelde boxermotor achteraan gemonteerd. Een heel andere auto dan de K70.
De VW-modellen voor de K70, en ook de latere VW-modellen deelden (logischerwijze) heel wat onderdelen. Deze K70 was volstrekt uniek. Er was geen enkele link met een ander VW-model. Bijgevolg was hij niet goedkoop om te produceren en had VW een zeer lage winstmarge.
De enige missie van deze vreemde vogel was om VW een moderner imago te kunnen aanmeten. Ja, modern. Maar eigenlijk was deze K70 een erg saaie vierdeurs die nooit de aandacht kon trekken. De K70 beschikte nochtans over best wat troeven: veel ruimte (geen cardanas), grote koffer, veel glas, een goed zicht rondom, aandacht voor veiligheid. Toch vond de K70 z’n publiek niet en werd het geen groot succes.
Het zat wat tegen
“Bij VW was alles bol en rond in die tijd. De K70 kon geen groter contrast zijn”De VW-dealers waren goed vertrouwd met de robuuste luchtgekoelde boxermotor die achteraan gemonteerd werd. Bij de K70 was er keuze tussen drie watergekoelde lijnmotoren: twee 1600 cc motoren met 70 en 90 pk en een 1800 cc met 100 pk. Saaie motoren en niet erg zuinig. Ondanks een andere badge had de K70 nog erg veel last van de negatieve reputatie van de Ro80. Er waren ook wat roestproblemen en zeker toen VW in 1973 de Passat lanceerde, daalde de verkoop tot een dieptepunt. Kortom, het bleek onbegonnen werk voor de grijze K70 om op te boksen tegen gerenommeerde concurrenten als een Ford Taunus, Opel Ascona, Peugeot 504 of Renault 16. In 1975 werd dan ook besloten de productie te stoppen.
Koud afgeserveerd
De K70 had de nieuwe vaandeldrager van VW moeten worden, maar werd stilletjes langs de achterdeur buitengeduwd. Niemand leek daar wat om te geven. VW had intussen al voldoende nieuwe moderne modellen: de Golf, Polo en Passat. In totaal werden 211.341 K70’s gebouwd. Verre van een groot succes, maar betekende wel het begin van het moderne Volkswagen. De voorloper van de Passat. En laat die Passat nu vandaag nog zowat de enige klassieke familiewagen zijn die stand kan houden tegen de drie Duitse premiummerken.