Wie Aston Martin zegt, zegt nogal makkelijk DB (David Brown) gevolgd door een cijfer. Maar tussen de DB-reeks van de jaren ’60 en die van de jaren ’90, was er deze V8 Vantage. Een vreemde eend in de bijt die wat onopvallend gepasseerd is.
Vergane glorie
Begin jaren ’70 was het tijdperk van David Brown bij Aston Martin afgelopen en wisselde het nobele Britse merk erg veel van eigenaar. Dat deed het geen goed. Er was nooit een duidelijke koers of voldoende kapitaal. In 1987 belandde Aston Martin in de grote Ford-stal en was er hoop op een standvastige koers en broodnodige investeringen. Maar om die donkere periode te overleven was er in 1976 de riskante gok met de futuristische Lagonda die vooral voor rode cijfers en een kwalijke reputatie gezorgd heeft. Gelukkig was er ook de V8 Vantage, een uitgesproken sportieve coupé.
Sportief, maar niet de supersport of het machismo van Ferrari of Lamborghini. Evenmin de uitstraling of degelijkheid van Porsche. Een Aston Martin etaleerde op z’n geheel eigen manier traditie en charisma.
Every inch a Gentleman
Bij de introductie in 1978 werd de Aston Martin V8 Vantage gepresenteerd als ‘Britain's First Supercar’. Een terechte omschrijving gezien z’n dikke motor en een topsnelheid boven de 250 km/h.
Terwijl de sportmodellen van die tijd helemaal glad gestreken werden om optimaal door de lucht te kunnen zoeven, bleef de V8 Vantage nog z’n classicisme behouden. Twee klassieke koplampen, geflankeerd door een stel verstralers en een zwarte gaasgrille. Z’n brute kracht werd geaccentueerd door een opzichtige bult op de motorkap, stoere brede wielen en een geïntegreerde kofferspoiler. Binnenin zat je in een Brits, luxueus interieur met een overdaad aan hout en leer. De meeste exemplaren verlieten de fabriek met een drietrapsautomaat. Aston Martin koos voor de stijl van de gedistingueerde gentleman en haalde z’n neus op voor de ordinaire, patserige supersportkarren.
Een solide rechttoe-rechtaan coupé
Onder de lange motorkap lag een kanjer van een V8, 5300cc met 305pk die naar 100km/u knalde in 6.6 sec en wie durfde, kon boven de 250km/u raken. Geen hi-tech, geen turbo, geen injectie maar vier klassieke Weber carbu’s. Een Aston Martin werd nog ambachtelijk met de hand gebouwd en keek op geen kilo of centimeter extra. De meeste exemplaren kregen een donkergroene (racing green) laklaag.
Vanwege de introductie in oktober 1978 werd deze generatie niet alleen series 4, maar ook Oscar India genoemd: October Introduction (O.I.) Oscar India in fonetisch alfabet. Niet veel later verscheen de open versie, de Volante.
My name is Aston, Aston Martin
In de geschiedenisboeken heeft de V8 Vantage nooit het iconische status gekregen van de elegante DB5 van de jaren ’60. De V8 Vantage was een stuk langer, breder en zwaarder dan de DB-reeks van de jaren ’60. Maar in z’n 12-jarige carrière wist hij toch een aparte plaats in te nemen tussen de exclusieve coupés. Aston Martin bevond zich altijd in de marge. Nu ja, het heeft zichzelf daar geparkeerd. Om z’n woelige geschiedenis en wat miskleunen te overleven mag Aston Martin de Britse superspion, James Bond, erg dankbaar zijn. Na vele jaren afwezigheid mocht Aston Martin met deze Vantage V8 opnieuw aandacht krijgen in een James Bond-film. Dat was in 1987 in ‘the Living daylights’. Ook dit najaar mag de V8 Vantage opnieuw z’n opwachting maken in de nieuwste James Bond.
Non-stop verlieslatend
Ook vandaag heeft Aston Martin het niet makkelijk. In z’n turbulente geschiedenis is het nobele Brtitse merk al 7 maal bankroet verklaard. Een opeenstapeling van schulden, hopeloos verlieslatend door folietjes als de futuristische Lagonda, vele nieuwe eigenaars. Tegenwoordig zit Aston Martin in een uitgebreid consortium van diverse financiers. We kunnen maar hopen dat Aston Martin ooit in rustig vaarwater komt.