Italië heeft een patent op de homo universalis. Lang geleden blonken Leonardo Da Vinci of Michelangelo uit in meerdere disciplines: schilder, beeldhouwer, architect, uitvinder, ingenieur, filosoof, schrijver en we vergeten allicht nog wat. In de vorige eeuw liep er in Italië nog zo’n briljant genie rond: de Italiaanse ingenieur Dante Giacosa. Zijn veelzijdig talent situeerde zich vooral bij de vierwielers en hun veeleisende mechanische disciplines.
Vandaag heeft elke ingenieur z’n specialiteit: de motor, ophanging, remmen, stroomlijn, aandrijving of vormgeving. Wat maakt dat er bij het ontwerp van een nieuw model telkens een uitgebreid team aan te pas komt. Bij Fiat was er in een tijdspanne van 40 jaren één man die met volle overgave en enkele assistenten alle aspecten overschouwde en beheerste. Van de eerste Fiat 500, de Topolino in de jaren ‘30, over de tweede iconische 500 van de jaren ’50, tot de populaire Fiat 128 van 1969. In die periode liet Fiat onvermoeibaar vele ingenieuze bestsellers op de wegen los. Heel de wereld keek telkens reikhalzend uit wat deze briljante ingenieur in Turijn weer uit z’n hoed zou toveren.
Natuurtalent gaat aan de slag bij Fiat
Turijn anno 1928. Dante Giacosa was 23 en begon als pas afgestudeerd ingenieur bij Fiat. Het toenmalige Italiaanse concern was in die periode vooral bezig met militaire of landbouwvoertuigen. Auto’s waren nog rariteiten. De jonge Dante viel meteen op door zijn grote betrokkenheid en het bedenken van knappe mechanische oplossingen. Algauw hadden z’n bazen in de gaten dat ze deze ijverige ingenieur de volle vrijheid mochten gunnen. Hij stelde niet teleur en kwam met inventieve oplossingen. Het waren de jaren dat er nog geen bladzijden vol protocol of veiligheidsrestricties bestonden.
In 1933 was de 28-jarige Dante al volop bezig met de eerste Fiat 500 die in 1936 op de markt zou komen. Deze baanbrekende bestseller zou het volhouden tot 1955. Voor die tijd een straf staaltje engineering. Vooraan werd er een ingenieuze, onafhankelijke wielophanging uitgedokterd, die veel grotere of krachtigere auto’s het nakijken gaf. De motor had z’n plaats vooraan maar de radiator werd achter de motor gemonteerd. Dat zorgde voor de scherp aflopende neus en deed de nieuwe kleine Fiat wat op een muis (Topolino) lijken. Meteen ook een veel eleganter uiterlijk. Maar vooral een krachttoer om op 3 meter lengte een viercilinder én ruimte voor twee volwassenen én een achterbank voor de kinderen samen te persen.
“Het is veel moeilijker om kleine auto’s te doen kloppen. Elk detail moet juist zitten, bij grotere auto’s heb je meer marge, zowel ruimtelijk als financieel.”Twintig jaar later zorgde Dante Giacosa voor de opvolger, de iconische (Nuova Cinquecento) 500, gebouwd vanaf 1957. Need we say more?! Eén van z’n afgeleiden, de stationvariant Giardiniera (Italiaans voor tuinman), was technisch nog briljanter. Omdat de beschikbare ruimte prioritair was, kwam Dante met een sterk staaltje Italiaans vernuft en kantelde de motor zodat hij onder de vloer paste. Vele ingenieurs zouden simpelweg nooit aan zo’n complexe uitdaging beginnen.
Hoogdagen van het Turijns design reiken tot in NY
Vanaf 1946 tot 1970 was Dante Giacosa de alomtegenwoordige technisch verantwoordelijke voor alles wat bij Fiat ontwikkeld werd. Dat was een uitzonderlijke lange periode. Een tijdspanne waarin de techniek reuzensprongen maakte. Dante liep mee voorop, leergierig en gedisciplineerd als hij was, kon hij moeiteloos alle innovaties doorgronden.
De lijst van briljante wagens is lang: de eerste Multipla in 1956, de grotere 1100, 1500 of 1800, de compacte 600 of de evergreen 124, de latere Lada (zo goed was die), de 130 en tenslotte de 128. Keer op keer was het raak. Z’n toverformule was even simpel als briljant. Als geen ander vond hij steeds de juiste compromis tussen technologie en esthetiek. Als projectverantwoordelijke had hij een feilloos oog voor tijdloos design, met steevast de juiste creatieve technisch oplossingen.
Hij had niet alleen de hand in een lange lijst van Fiat-modellen, maar ook bij Autobianchi (de A111 en A112) of een buitenbeentje als de Cisitalia. De Cisitalia 202 (foto) kreeg zelfs een prominente plek in het Museum of Modern Art in New York. Deze compacte sportwagen verdiende die plek omdat hij beschouwd werd als een eigentijds kunstwerk. Een gedurfd opzoeken van de limieten en grondig herdenken van het traditionele concept ‘auto’. Een nieuwe expressie van technologie (dixit het hippe MOMA).
Er werd geluisterd naar dit Italiaans genie
Naast z’n briljante technische kennis had hij ook een sterk ontwikkelde communicatieve en sociale kant. Hij hechtte veel belang aan een goede verstandhouding met diverse ontwerpers en ingenieurs. Door alles en iedereen sterk gerespecteerd, opende zijn naam en reputatie deuren en opportuniteiten. Het duurde niet lang of hij had een gezaghebbende inbreng bij diverse Europese organisaties die bezig waren met homologaties of normen voor een technische autokeuring. Alsof z’n agenda nog niet voldoende gevuld was, vond hij het ook belangrijk om van 1947 tot 1966 nog geregeld colleges mechanica te doceren aan de polytechnische universiteit van Turijn. Een ware Homo Universalis. In 1970 ging hij met pensioen, maar verdween zeker niet van de radar. Hij werd nog regelmatig door Fiat opgevorderd voor internationale contacten of opdrachten. Het woord consultancy moest nog uitgevonden worden.
De nobelprijs voor betaalbaar rijden
De grootste bijdrage van Dante Giacosa was allicht z’n streven om de automobiel bereikbaar te maken voor de grote massa. En of dat gelukt is. Alhoewel wie staat aan te schuiven aan de Kennedytunnel, daar misschien anders over denkt. Net zoals Leonardo Da Vinci of Michelangelo was hij nooit bewust op zoek naar absolute toppers of iconische vierwielers. Neen, gewoon gedreven om telkens opnieuw de beste oplossing te vinden. Neem nu de legendarische Fiat 500 (van de jaren ’50). Eigenlijk een simpele basic auto, ontworpen voor de gewone werkende mens. Maar wel op een dusdanig geniale manier met een tijdloos design, dat hij onbedoeld uitgroeide tot een heuse klassieker. Vintage Dante Giacosa.