Citroën was altijd een apart merk. De grote modellen (DS, CX of XM) zaten tjokvol baanbrekende technologie. Aan de andere kant van het spectrum hadden ze extreem minimalisme. De 2pk hoorde duidelijk tot die laatste categorie. Maar net omwille van z’n eenvoudige opzet werd de 2pk een mythe. Net zoals de Mini, VW Kever, Renault 4 of Fiat 500. Telkens auto’s die jarenlang relevant bleven. Iedereen met wat leeftijd heeft wel op de achterbank of aan het stuur van zo’n stukje geschiedenis gezeten. Bedwelmd door melancholie en tal van zalige herinneringen aan zo’n primitief vervoermiddel.
Men is echter vergeten hoe koud het in de winter in een 2pk kon zijn. Of de vele startproblemen, waterinsijpeling, de moeilijkheden bij zijwind. Een radio plaatsen in een 2pk had geen zin, je verstond er niets van. En over veiligheid werd met geen woord gerept. Men durfde niet te praten over een crashtest in de nabijheid van een 2pk. Dat werd allemaal met de mantel van vals mooie nostalgie bedekt.
Een lange carrière
Toch konden al die gebreken niet verhinderen dat de 2pk een erg lange carrière gehad heeft. Citroen heeft de 2pk meer dan 40 jaren in z’n catalogus gehad. Af en toe een kleine aanpassing. Zeker geen fundamentele wijzigingen. Maar toch. Een tweede koplamp, om maar iets te noemen. Oorspronkelijk kreeg de 2pk slechts één koplamp. Eén van de eerste modellen werd echter aangereden. De tegenligger dacht met een motorfiets te maken te hebben. Dan toch maar twee koplampen, zoals bij de echte auto’s. Ook z’n vermogen evolueerde wat. Dat ging in al die jaren van 9 (geen 2) naar 33pk. Maar veel elementen werden gewoon niet veranderd: de zachte vering, het lichte blik, de zeer bescheiden luchtgekoelde tweecilinder met z’n herkenbare reutel en het sterk doorgedreven minimalisme. Hij moest vooral praktisch en goedkoop zijn. Z’n uiterlijk was geheel ondergeschikt.
De weerspiegeling van een ideologie
Z’n ontwerp was reeds klaar in 1939 maar moest vervolgens jaren verborgen gehouden blijven voor de Duitse bezetter. Pas in 1948 kan de 2pk officieel gepresenteerd worden. Aanvankelijk dachten ze bij Citroën dat dit model goed was voor even. De sobere na-oorlogse jaren. Met de stijgende welvaart zou de markt dit primitief vehikel vrij snel negeren en kiezen voor een ‘echte’ auto. Dat liep toch even anders. Ook al was de 2pk al ver voorbij z’n veronderstelde houdbaarheidsdatum, hij bleef z’n publiek vinden. De 2pk bleek een weerspiegeling van een ideologie, de sympathieke keuze voor minimalisme en charmes. En neen, zeker niet alleen voor hippies. Je vond een 2pk terug in zeer diverse bevolkingslagen en hij zou moeiteloos z’n opvolgers overleven: de Ami, de Dyane of de Visa. Een Citroën 2pk had iets unieks. Mooie lelijkheid zelfs.
Speciale reeksen
De 2pk werd in meerdere locaties gebouwd: Frankrijk, Portugal maar ook een tijdje in de Belgische fabriek te Vorst. Het autootje met z’n aparte spatborden leende zich prima voor diverse kleurencombinaties. Zo verscheen begin jaren ’80 de Charleston-reeks, meestal in zwart/bordeauxrood. Enkele jaren later verscheen de Dolly-reeks, meestal wit/rood. Het waren deze twee special editions die aan het einde van z’n loopbaan het merendeel van de verkopen uitmaakten. Een special edition betekende eigenlijk wat speciale kleuren, een extra teller of tint in het interieur, maar het bleef allemaal erg simpel. Die versies varieerden van uiterst basic tot gewoon basic.
Eindigen in schoonheid
Maar één keer moest het eindigen. Na meer dan 5 miljoen exemplaren was het zover. Citroën wist zeer goed dat ze nog zouden kunnen doorgaan met deze mythe, maar de 2pk was een complexe auto om te bouwen. Hij vergde nog veel manueel werk, nog niet geconcipieerd om op een efficiënte manier geproduceerd te kunnen worden. Bijgevolg werd er relatief weinig winst gemaakt op een 2pk. Volgens de cijferbollebozen werd het tijd om de productiefaciliteit te besteden aan een meer winstgevend model.
De laatste dans werd een Charleston. Op 27 juli 1990 rolde een zwart/bordeauxrode Charleston als finale afsluiter uit de Portugese fabriek. In tegenstelling tot de Mini, VW Kever of Fiat 500 kwam er geen remake. Nog niet. Maar misschien leent de 2pk zich daar minder voor. Hoe ga je die zachte vering opnieuw realiseren?
Foto’s: Archief, RM Sotheby’s, Gooding & Co