De Volkswagen Kever is een onmogelijk te onderschatten auto. Je kan natuurlijk discussiëren over z’n naakte rijeigenschappen. Daar is hij immers nooit voor bedoeld. Hij wou praktisch, onderhoudsvriendelijk, toegankelijk, betrouwbaar, ruim en zuinig zijn. En door z’n unieke vorm werd hij trouwens veel, veel meer.
Iedereen keek naar elkaar
De Kever werd door Ferdinand Porsche ontwikkeld in opdracht van de Führer hemzelve. Maar dat hij die niet helemaal uit z’n duim zoog, is al lang geen geheim meer. Zelf zei hij er ooit over dat anderen (ingenieurs van andere merken) naar hem keken en hij naar hen. Na de oorlog werd Volkswagen effectief veroordeeld tot het betalen van royalties aan Tatra (zie deze Tatra 87). Maar dat was wellicht niet de enige plaats waar Porsche inspiratie vond.
De echte vader van de Kever
Volgens een aantal autohistorici zou de échte vader van de Kever wel eens Josef Ganz kunnen zijn. Die presenteerde in 1930 al de Maikäfer (!!). Een prototype met ruggengraatchassis, achterin geplaatste motor en onafhankelijke wielophanging. Goedkoop en toegankelijk. Een auto voor iedereen. Het verhaal van Ganz vong lang geen gehoor, maar is inmiddels wel verfilmd. Regisseur Suzanne Raes maakte er er een 85 minuten durende reportage Ganz: How I Lost my Beetle over.
De juiste ideeën, foute afkomst
Ganz’ creatie gaat een paar jaar na het prototype in productie als Standard Superior (foto boven). Maar de aantallen blijven beperkt. Tijdens dezelfde periode komt Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. De Führer schijnt gecharmeerd te zijn door de ideeën van Ganz. Een auto voor elke Duitser. Maar omwille van diens afkomst wil Hitler niets met de man te maken hebben. Sterker nog, Ganz wordt het leven in nazi-Duitsland flink zuur gemaakt. Als getalenteerd ingenieur heeft de man contracten met BMW en Mercedes, maar die worden geannuleerd. En hij verliest z’n baan als journalist bij het tijdschrift Motor-Kritik. In 1933 staat de Gestapo voor z’n deur, maar hij slaagt er toch in naar Zwitserland te vluchten.
Een dood spoor
In Zwitserland verfijnt hij z’n ontwerp nog verder. Het eindresultaat wordt Rapid gedoopt en meteen na WOII worden er 37 voorseriemodellen van gemaakt. Zwitserland had toen nog z’n eigen volksauto-project, maar dat werd kort erna beëindigd. Het project zit op een dood spoor, precies op het moment dat de Kever in Duitsland de meest onwaarschijnlijke doorstart beleeft. De rest is geschiedenis. Van de Kever, met de ideeën van Ganz (en Tatra) zouden er meer dan 20 miljoen gebouwd worden.
Verloren erfgoed
Josef Ganz raakt in de vergetelheid en sterft in 1967 roemloos in Australië. Inmiddel is er echter een biografie. In de docu Ganz: How I lost my Beetle brengen Ganz' familie en bewonderaars zijn verloren erfgoed weer tot leven en zo wordt ook steeds meer nuance aangebracht in de ontstaansgeschiedenis van de Kever. Een auto die steeds minder van (ingenieur) Porsche lijkt te hebben...