Ford Ka: design boven alles (1996 - 2008)

Bekijk 11 foto's
Door: HM 18-06-2019

Massaconstructeurs hebben meestal de neiging om op veilig te spelen en behouden modellen op de markt te brengen. Bijgevolg bestond het Fordgamma van de jaren ’90 vooral uit anonieme volumemodellen als een Escort, Mondeo of Fiesta.

Modellen die niemand tegen het hoofd stoten, zonder scherpe kantjes. Zo ging dat meestal. Toch kwam Ford om de zoveel tijd op de proppen met iets baanbrekends: begin jaren ’80 was er de Sierra, nadien de grotere Scorpio of in 1998 de eerste Focus. Modellen die nadien weeral inhielden en terug grijs werden. In dat rijtje paste ook de kleine Ka. Hij staat nog steeds in de Fordcatalogus, maar van de huidige Ka+ wordt je niet meer warm. Dat was toch even anders met de eerste Ford Ka. Ford toonde lef en trok de kaart van uitgesproken speelsheid en fantasie. Ook z’n naam klonk al wat anders.

Kleinere, trendy stadswagentjes

De jaren ’90. De markt was in beweging. De grote constructeurs zagen hun traditionele familiewagens aangevallen door de premiummerken die almaar terrein aan het winnen waren ten koste van de Mondeo’s, Vectra’s of Laguna’s. Allicht tekenden de vlotte marketingboys een strategie uit om sterk in te zetten op kleinere, trendy stadswagentjes voor het jonge (nog kinderloze) publiek, dat bij gezinsuitbreiding bij het merk zou blijven en zou kiezen voor een Focus of Mondeo. Klinkt goed.

Dus in 1996 verscheen de Ka. Deze nieuweling verving geen ander model, maar kreeg een plaats onder de compacte Fiesta, wel op datzelfde, lichtjes ingekorte onderstel. Maar in tegenstelling tot de brave, rationele Fiesta, werd de Ka een bolvormige driedeurs. De Ka speelde op emotie en mocht wat buiten de lijntjes kleuren. In z’n gehele lengte was de Ka liefst 27 cm korter dat de Fiesta en dat voelde je vooral op de achterbank en koffer. Maar daar kocht je geen Ka voor. Je koos voor dit guitig autootje met een speels design omdat het eens wat anders mocht zijn.

Enkele jaren voordien was er al de Twingo van concurrent Renault. Dit klein, speels stadswagentje sloeg goed aan. Er bleek wel degelijk een markt voor markante, guitige en betaalbare stadswagentjes.

Design boven alles

Meteen ook de eerste Ford met de nieuwe designtaal: het New Edge design. Het creatieve genie van Claude Lobo mocht zich uitleven en speelde met een mix van rechte lijnen en rondingen. In die periode was er nog geen sprake van het retro-design. De Ka kreeg een gladgestreken front met fraai aansluitende koplampen, opvallend kleine wielen en een zeer herkenbare achterkant met een dikke achterbumper. Aanvankelijk niet gespoten, gewoon donker grijs, maar wel krasbestendig. Ook opmerkelijk dat de Ka als uitgesproken stadsauto geen zijdelingse beschermstrips kreeg. Die waren in die periode nochtans erg in, maar ze pasten niet in de designtaal. Dat gedurfde design werd ook doorgetrokken naar het interieur: bol, rond en speels.

Vanaf 1997 kreeg hij een sportief broertje: de Puma. Ook zo’n creatief design, deze keer in de vorm van een compact coupétje. De jaren nadien volgden alle Fords met deze, meestal wat afgezwakte designtaal.

Klein maar chique

Zo vernieuwend z’n design was, zo verouderd was z’n motor. Een 1300cc met 60 pk, niets bijzonders. Maar dat drukte de prijs. Niemand die maalde om die zwaar gedateerde motor. Helemaal in lijn met z’n looks had deze kleine Ford een speels rijgedrag. De Ka was een lichtgewicht en had een nauwkeurig afgesteld onderstel met een efficiënte ophanging waarbij de rolneigingen werden onderdrukt. Ford was daar goed in, echte drivers cars met de juiste compromis tussen wegligging en comfort.

Fords kleinste wou zich graag modieus profileren. Klein, maar wel goed uitgerust en een beetje chique. Een airbag voor de bestuurder was standaard. Die voor de passagier was een optie, ook airco of ABS waren opties. Dat was zeer uitzonderlijk voor zo’n klein autootje. Na enkele jaren kwamen er diverse special editions, die als exclusieve (luxe) reeksen, tot zelfs kunstobjecten, in de markt werden gezet. Deze kregen dan lichtmetalen velgen, airco, elektrische ramen, centrale deurvergrendeling met afstandsbediening. Of (eindelijk) de bumpers in de koetswerkkleur. Nog wat later kwamen enkele speciale varianten: de StreetKa, een open versie of de SportKa, met meer nadruk op sport.

Hoge aaibaarheidsfactor

De Ka werd een mooi succes. Hij bleef 12 jaren nagenoeg ongewijzigd in productie. Da’s maar weinig modellen gegeven. Ondanks dat de Ka wat goedkoop aanvoelde en hij bleek evenmin vrij van roestvorming, vond de charmante Ka de weg naar 1.4 miljoen kopers. Met de Ka bereikte Ford een nieuw, jong cliënteel, dat anders nooit bereikt werd. Dus ja, missie geslaagd. Ook vandaag bestaat dat segment nog steeds en ‘t is zeker geen klein segment, maar wordt al enkele jaren gemonopoliseerd door de aaibare Fiat 500. De derde generatie Ka en Twingo van vandaag zijn de weg wat kwijt en hebben het erg moeilijk.

Geef commentaar
comments by Disqus