Deze is geheel in de vergeethoek geraakt, maar de NSU Ro80 had alle troeven in handen om een winner te worden. Baanbrekende technologie, een evenwichtig rijgedrag, een vloeiend en praktisch design, moderniteit,… en toch werd het de flop van de eeuw. En meteen ook het einde voor NSU. Hoe kon dit gebeuren?
De NSU Ro80 uit 1967 zag er niet alleen bijzonder goed uit, hij was ook uitgerust met technische hoogstandjes zoals een wankelmotor, vier schijfremmen, een onafhankelijke wielophanging en stuurbekrachtiging. En bovendien één van de eerste betaalbare auto’s met een semi-automatische versnellingsbak. Een straffe toer van NSU, dat voordien alleen maar kleinere auto’s had gemaakt. NSU was doordrongen van ‘voorsprong door techniek’, een slogan die allicht vertrouwd klinkt. Er werden gedurfde keuzes gemaakt. Ondanks de algemene twijfels over de betrouwbaarheid van de nieuwe en experimentele wankelmotor ging NSU zoals dat berucht klein dorpje in Gallië z’n eigen weg. Helaas zonder happy end.
Een droomstart
Ook z’n vloeiende styling was best gewaagd. Een sober maar puur design met een opvallend hoge achtersteven. Vele jaren later zou dat de nieuwe maatstaf worden. Wie de Ro80 naast z’n archaïsche generatiegenoten van 1967 parkeerde, zag vooral uitgesproken moderniteit. De uitneembare achterbankleuning was ook een praktische meerwaarde. In combinatie met een hoge koffer en voorwielaandrijving, dus geen cardanas achteraan, resulteerde dat in zeer veel kofferruimte. Aangevuld met stijlvolle aluminium frames rond de ramen en velgen die zo op een Porsche zouden passen. De Ro80 was opvallend gestroomlijnd, niet omdat men dat mooi vond, maar omdat men wist dat een wankelmotor een hoog verbruik had. Een goede stroomlijn zou dat toch een beetje moeten temperen.
Alles was aanwezig om een succesverhaal te schrijven. Bij z’n lancering in 1967 werd hij geheel terecht uitgeroepen tot Europese auto van het jaar. De Ro80 kreeg aanvankelijk veel positieve aandacht en verkocht goed in z’n eerste bouwjaar. Daarna ging het snel bergaf. Na een moeizame carrière van 10 productiejaren en amper 37.389 exemplaren werd de stekker uitgetrokken, meteen het einde voor NSU.
Een grote technologische gok
De wankelmotor werd in de jaren ’50 door Felix Wankel uitgedacht. Een geniaal concept en even leek het dat wankelmotoren de toekomst waren. De geavanceerde centrale was compact en had minder bewegende onderdelen dan de klassieke zuigermotoren met kleppen. Met een kleinere motor en de snel roterende driehoek die geen dood punt had, werden betere prestaties bereikt. Veel autocontructeurs stortten zich in die periode met veel enthousiasme op de ontwikkeling van de wankelmotor. Maar uiteindelijk heeft alleen Mazda echt doorgezet.
“Toch werd het de flop van de eeuw. En meteen ook het einde voor NSU”De baanbrekende Ro80 kreeg een tweeschijfswankelmotor, vandaar de Ro van rotatie, van (slechts) één liter en 113pk die makkelijk 180 km/u haalde. Die pk’s werden via een halfautomaat naar de voorwielen gestuurd. Maar er waren niet alleen de knappe cijfers, de wankelmotor zorgde ook voor een verrassend soepel rijgedrag, vlotte acceleraties en hij kon makkelijk hoge toeren aan. Bovendien was de motor verbazend trillingsvrij en had die een haast zoemend geluid. Bijkomende voordelen: geen zwaar gewicht en compact, zodat de motorkap laag kon gehouden worden, goed voor de stroomlijn.
Te snel gelanceerd
Het concept van deze Ro80 was zonder twijfel geniaal. Maar NSU bleek toch te overmoedig. Al snel bleek dat hij te overhaast gelanceerd was. NSU had nog een jaartje moeten doorontwikkelen. Ach ja, de eerste pannenkoek is nooit perfect, kon je aanvankelijk nog denken. Maar de motor bleek echt wel problematisch met teveel olieverlies en een abnormaal snelle slijtage. ‘De hoeveelste motor al?’ was zowat de meest gestelde vraag onder Ro80-rijders. Het was een publiek geheim dat sommige eigenaars een klassieke Ford V-viercilinder (die paste net) hadden laten transplanteren en zo nog enkele jaren verder konden.
Voor vele merken was het een tijdperk dat de carrosserie zwaar aan het roesten ging, maar de motor bleef draaien. Bij de Ro80 was het omgekeerd. De meeste van deze wankelmotoren haalden niet eens 50.000km. Te wijten aan de veel te hoge slijtage van de rotoren die aan een zeer hoog toerental draaiden. Een Ro80 is zo’n wagen die uiteindelijk meer kilometers op een takelwagen maakte dan op z’n eigen rubber.
Een royale garantieregeling
Omwille van de experimentele technologie wou NSU de kopers geruststellen met een zeer royale en sluitende garantieperiode. Het resultaat was dat de garantiedienst gigantisch veel overuren draaide en NSU metersdiep in de schulden duwde. Dat moet pijn gedaan hebben bij de dappere NSU-ingenieurs, maar die situatie was niet langer houdbaar. Auto Union (Audi) nam over en in 1977 zat er niets anders op dan de ooit zo ambitieuze Ro80 af te voeren. Sindsdien bouwde de fabriek in het Duitse Neckarsulm alleen nog Audi’s. Een stille dood voor het moedige NSU. Het was aan de Audi 80 of 100 om de technologische pioniersrol over te nemen.